Geheel van drie burgerhuizen in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1888 opgetrokken in opdracht van de heer G. Dujardin, woonachtig in de Justitiestraat. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met geblokte begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Gekoppeld volgens repeterend schema, legt de compositie van het gevelfront een lichte klemtoon op het middenpand, door middel van consoles onder de hoger geplaatste kroonlijst. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, wordt de middenas telkens gemarkeerd door een balkon met consoles en ijzeren borstwering. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, met registers van rechthoekige muuropeningen, de inkomdeuren met steektrap, de bovenvensters in geriemde omlijsting met oren en sluitsteen. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van inkomdeur en vensters, inclusief jaloeziekapjes, is integraal bewaard op nummer 11; de inkomdeuren van de twee andere panden zijn vervangen, op nummer 9 net als de keldertralies door een smeedijzeren exemplaar in art-decostijl uit het interbellum. De smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschrapers bleven behouden.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1888#679.