Geheel van drie burgerhuizen in eclectische stijl, gebouwd in opdracht van de heer J. Couderé, naar een ontwerp door Joseph Merckx uit 1908. Het vastgoedproject is vroegst gekende realisatie van de architect, die in Antwerpen vermoedelijk actief was tot de vroege jaren 1940. Merckx en Couderé waren destijds overburen in de Oudekerkstraat. De architect liet een veeleer onopvallend oeuvre na, dat vóór de Eerste Wereldoorlog trouw bleef aan de klassiek geïnspireerde eclectische stijl, en tijdens het interbellum invloeden vermengde van beaux-arts- en art-decostijl.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevels hebben een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door rode baksteen voor speklagen en ontlastingsbogen. Witte natuursteen is gebruikt voor de puilijst, hoekblokken en het balkon, blauwe hardsteen voor de plint. Symmetrisch van opzet, wordt het licht geaccentueerde middenpand in spiegelbeeld geflankeerd door twee identieke zijpanden. De opstanden beantwoorden aan een regelmatig compositieschema, opgebouwd uit registers van alternerend korfbogige, getoogde en rechthoekige muuropeningen met lekdrempels. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst, boven steigergaten met diamantkop, vormt de gevelbeëindiging. Het middenpand onderscheidt zich door balkon met consoles en gebuikte ijzeren borstwering in de middentravee van de eerste verdieping. In de zijpanden is de inkomtravee als zijrisaliet uitgewerkt, geaccentueerd door een diamantkopsleutel en een sgraffitopaneel met guirlande op de borstwering; ijzeren lateien met rozetten op de tweede verdieping. Enkel op nummer 25 is het oorspronkelijke houten schrijnwerk van inkomdeur en vensters integraal bewaard, verder behouden inkomdeur op nummer 23 en benedenvensters op nummer 21; smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschrapers.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht, geflankeerd door keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1908#675.