Burgerhuis met ingehouden art-nouveau-inslag, gebouwd in opdracht van de heer J. De Backer, naar een ontwerp door Victor Van Reybroeck uit 1910. De bouwmeester lijkt in Antwerpen actief te zijn geweest van omstreeks 1908 tot begin jaren 1930, maar zijn oeuvre is nauwelijks gedocumenteerd.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een mansardedak (leien). De lijstgevel heeft een verzorgd parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door blauwe en rood geglazuurde baksteen, op een bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst, legt de compositie een lichte klemtoon op het zijrisaliet met inkomportaal. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige en getoogde muuropeningen met onderdorpel, de bovenvensters belijnd door een golvende waterlijst. Een gekorniste houten kroonlijst op gekoppelde consoles, boven steigergaten met diamantkop, vormt de gevelbeëindiging; grote dakkapel met pilasters en gestrekte waterlijst, tussen kleinere met gebogen fronton. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur, vensters en dakkapellen is bewaard, evenals de gietijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de suite van salon en eetkamer, met de keuken, het pomphuis en de wasplaats in de achterbouw. De bovenverdieping omvat twee slaapkamers en een achterkamer, het dakniveau twee mansardes en een zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1910#11.