Geheel van drie burgerhuizen in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1904 opgetrokken in opdracht van Henri Mahieu (nummers 29-31) en kapitein-commandant van de artillerie Lagrange (nummer 33). Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. De vrijwel identieke nummers 31-33 zijn gekoppeld volgens spiegelbeeldschema, het nummer 29 dat wellicht als huurwoning bedoeld was is iets bescheidener van opzet. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijke horizontaal geleed daar waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze laatste is bij de tweelingpanden nummers 31-33 als geblokt risaliet uitgewerkt, op de eerste verdieping gemarkeerd door een gebogen of driehoekig fronton, en een balkon met balustrade of gebuikte ijzeren borstwering, beide op consoles, en op de tweede verdieping door een entablement met stucfries. Op het eenvoudige nummer 29 is het accent op de middenas beperkt tot een entablement op consoles en sluitsteen. Verder beantwoorden de opstanden aan regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting met oren. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst, en uitgelengde consoles op nummers 31-33, vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters is integraal bewaard in de drie panden, evenals de smeedijzeren keldertralies; behouden smeedijzeren parapetten op nummer 29, en gietijzeren voetschraper op nummer 31.
De plattegrond van de drie woningen beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1904#438.