Baksteenbouw met industrieel karakter, volgens M. Erkens voorheen gebruikt als eieropslagplaats. Op het kadaster werden in 1909 meerdere nieuwe serres ingetekend op het achterliggende perceel waar al enkele 'broeikassen' stonden; aan de straat werd toen een nieuw gebouw opgericht dat werd geregistreerd als pakhuis in opdracht van 'Mannes-Wijnants Remi, handelaar Brussel, Steenweg van Etterbeek 96, 98'. In 1941 wordt het pand nog steeds omschreven als pakhuis, op dat ogenblik in het bezit van Ernest Mannes-Oostens, druivenkweker. De aanpalende panden 6 en 8 werden in 1901 eveneens in opdracht van Remi Mannes-Wijnants kadastraal geregistreerd als 'reconstruction totale' van een huis (nummer 8) en pakhuis (nummer 6).

Dit onderkelderde bakstenen volume met verhoogde begane grond telt vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak met de nok parallel aan de straat. De eenvoudige lijstgevel met evenwichtige functionele gevelopbouw wordt onderbroken voor een centraal laadluik, verwijzend naar de oorspronkelijke functie van pakhuis. De deels met wingerd begroeide gevel wordt geopend door rechthoekige muuropeningen onder ijzeren I-latei met rozetbouten; de vensters, alle met een hardstenen lekdrempel zijn op de benedenverdieping getralied; het schrijnwerk werd vernieuwd. Een fries met casementen, afgewisseld met steigergatvullingen in de vorm van leeuwenkoppen en een houten kroonlijst op modillons en tandlijst vormen de gevelaflijning. Links werd een bijkomende garage ingebracht. De zijtuitgevels zijn voorzien van aandaken, top- en schouderstukken.