Voorbeeld van een vrij gaaf bewaarde serristenwoning met ruime, omringende tuin, daterend uit de eerste bloeiperiode van de druiventeelt. De woning werd kadastraal geregistreerd als 'nouvelle construction' in 1903 in eigendom van Alfons Van Orshoven-Goens, de weduwe en kinderen, wijndruifkweker.
Het gaat om een vrijstaande tweegevelwoning met traditionele opbouw en indeling. Door de rijkere uitwerking van de voorgevel verwijst ze duidelijk naar de nieuwe status van de serrist. In de as van de woning verleent een ijzeren hek tussen dito zuiltjes toegang tot de tuin die aan de straat is afgezet met een getrapt (zie hellend straatniveau) bakstenen muurtje met spaarvelden, bekroond door een ijzeren hek met gedraaide punten.
Het betreft een dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen en souterrain onder een vrij hoog schilddak (kunstleien) met de nok parallel aan de straat en uitgewerkte dakkapellen onder overkragend zadeldakje.
De bakstenen voorgevel met centraal de getrapte inkomtravee (4 treden + topstuk), vooraf gegaan door een steektrap, wordt verlevendigd door het gebruik van diverse kleuren baksteen voor de spitsbogige spaarvelden die als het ware de steekboogvormige muuropeningen omlijsten. Boven de centrale inkom is er een deurvenster met balkon. Het schrijnwerk werd gedeeltelijk vernieuwd. Onder de houten kroonlijst op modillons zijn steigergaten met leeuwenkopvulling zichtbaar. Links is er een later aanbouwsel dat in 1938 kadastraal als vergroting werd geregistreerd in opdracht van Nestor Van Orshoven-Vandervaeren, 'functionnaire au Ministère'.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Hoeilaart, 1903/68, 1938/68.