Serristenvilla met omringende tuin, uit de tweede bloeiperiode van de druiventeelt. De villa werd kadastraal geregistreerd in 1930 als 'nouvelle construction' in eigendom van Florent Perquin-Debeyst, druivenkweker.

Villa van twee traveeën en twee bouwlagen op een natuurstenen onderbouw en afgedekt door een gecombineerde leien bedaking. Het geheel werd opgetrokken uit baksteen op een onregelmatige plattegrond met de typische combinatie van een venstertravee in de vorm van een vooruitspringende afgeknotte puntgevel met driezijdige erker op de begane grond en een deurtravee met lijstgevel. Contrasterende hoekkettingen en ontlastingsbogen met cimornébekleding. De vensters, korfbogig of rechthoekig, behielden op de begane grond voor een deel hun schrijnwerk, elders werd het vernieuwd naar oud model met roedeverdeling in de bovenlichten. De inkomportiek heeft een cimornébekleding. Omlopende houten kroonlijst met verspringingen op de hoeken, gestut door schoorstukken. Rechtse zijgevel met erker over twee bouwlagen.