Burgerhuis met voortuin uit het interbellum.

De woning werd in 1932 kadastraal ingetekend als 'nouvelle construction' in eigendom van Ernest Jan Denayer-Blommaert, beenhouwer. Volgens de bijhorende staten werd de woning in gebruik genomen op 1 september 1932.

De woning telt twee traveeën en twee bouwlagen en is opgetrokken uit baksteen op een plint van blauwe hardsteen, gecementeerd met schijnvoegen in de zijgevel; het geheel is afgedekt door een half schilddak (pannen) met omlopende, decoratief uitgewerkte houten kroonlijst. Zoals gebruikelijk in die periode vertoont het geheel een opmerkelijk volumespel door de combinatie van een inspringende deurtravee met lijstgevel en portiek op de begane grond, en een breder uitgewerkte venstertravee met gebogen geveltop en een driezijdige erker. Een aantal elementen, zoals de portiek met balusterafsluiting, erker, fries, vensterbekroningen en de gebogen geveltop, zijn voorzien van een geschilderde bepleistering waardoor ze sterk contrasteren met de rode baksteen. De gevarieerde muuropeningen werden ingevuld met nieuw schrijnwerk. Opmerkelijk is de verzorgde uitwerking van de geveltop refererend aan een pseudo-fronton en de stenen portiek die versierd is met medaillons en een sluitsteen met druiventrossen.