In 1933 diende Theo Nassens, wonende in de Godtstraat 19 in Borgerhout, een bouwdossier in voor een huis en een fabriek in de Boshovestraat. Op de lange percelen in dit deel van de straat vestigden zich in het interbellum tal van nijverheden, met werk- of opslagplaatsen centraal in het ruime, rechthoekige bouwblok. Naessens koos Lodewijk Van der Linden als architect, die te situeren is binnen het vooruitstrevende architecturale milieu in Antwerpen, en van wie we een aantal eigentijdse modernistische ontwerpen registreerden in Berchem, Wilrijk en de Tentoonstellingswijk. Ook deze realisatie voor Naessens is gekenmerkt door een strak modernisme, wat opvallend is in deze wijk waar een meer conventionele, pittoreske architectuur de bovenhand heeft.
Het pand heeft een opvallend lange voortuin, wellicht bedoeld als oprit, oorspronkelijk afgesloten door een hek in modernistische stijl, dat nu echter is verwijderd. Het voorhuis telt drie bouwlagen onder platte bedaking. De bruine bakstenen lijstgevel op hardstenen plint heeft strakke, niet omlijste rechthoekige muuropeningen van verschillende grootte, oorspronkelijk met glas in lood in de vensters op de verdiepingen. De essentie van het ontwerp is de sterke volumewerking van de terugwijkende begane grond en de ver overkragende, massieve rechthoekige erker op de verdiepingen. De afwisselende metselverbanden, de afgeronde hoeken van het portaal en van de gevelbeëindiging en het gedetailleerd uitgewerkte traliewerk van poort, deur en zijlichten, versterken het modernistische karakter van de gevel. Het ontwerp voorzag een boven de gevel uitstekende vlaggenmast, modernistisch stijlelement bij uitstek, echter niet meer aanwezig.
Op de begane grond voorzag de plattegrond in het bouwdossier een doorrit in de linker poorttravee, van waaruit de bureaus te bereiken waren die in de deurtravee aan de achterzijde van het voorhuis zijn voorzien. Vooraan, in de afgeronde deurtravee, een kleine inkomhal met trappenhuis naar de bovenliggende woonruimtes. Klassieke indeling van de kamers op de eerste verdieping, die achter elkaar geplaatst zijn in de langwerpige plattegrond en achteraan uitgeven op een ruim, met pergola afgewerkt terras. De tweede verdieping telt twee kamers en bestrijkt slechts de helft van de diepte van de woning, om zenitale verlichting in de centrale kamers van de eerste verdieping mogelijk te maken.
De achterliggende fabriek was een laag gebouw op rechthoekige plattegrond en is ondertussen verbouwd.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 10039.