Tussen het stedelijk kerkhof en het Sint-Jozefsinstituut, achterin gelegen wederopbouwhoevetje aansluitend bij de regionale traditionele hoevebouw zie, opstelling en indeling: naar het zuiden georiënteerd langgestrekt hoevetje bestaande uit een stal- en schuurvleugel links en een boerenhuis van drie traveeën, met opkamer aan achtergevelzijde, onder hogere bedaking; ten oosten, voormalig bakhuis thans stal; licht verharde erfoprit ten zuiden; aanplantingen: voorliggende moestuin en kleine boomgaard aan straatzijde afgesloten door lugustrumhaag; materialen: verankerde, rode baksteenbouw; pannen (mechanische) zadeldaken met overstekende dakranden op houten modillons, onderbroken door dakvensters en luifel boven de schuurpoort; strekken boven korf- en rondbogige muuropeningen onder meer enkele aangepast; bakstenen doorgetrokken lekdrempels; traditiegebonden houtwerk, zie kleine roedeverdeling in de bovenvakken, luiken.