Burgerhuis in art-decostijl gebouwd in opdracht van Dr. Art. Cornette, naar een ontwerp door de architect Joseph de Lange uit 1926. De bouwheer valt wellicht te identificeren met de jurist, letterkundige, en kunsthistoricus Arthur Henry Cornette (Antwerpen, 1880-Sint-Michiels, 1945), echtgenoot van Emma Johanna Wagner. Na een loopbaan aan de balie, werd hij in 1924 hoofdconservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, en in 1936 hoogleraar kunstgeschiedenis aan de universiteit van Brussel.

De van oorsprong Nederlandse, joodse architect Joseph de Lange bouwde tijdens de eerste helft van de 20ste een bloeiende praktijk uit in Antwerpen, voornamelijk in dienst van de Joodse religieuze gemeenten en burgerij. Begonnen in 1903, ontwierp hij vóór de Eerste Wereldoorlog zowel in eclectische als in art-nouveaustijl. De woning Cornette is representatief voor de gematigde art-decostijl, waarnaar zijn architectuur midden jaren 1920 zou evolueren. Zijn bekendste werk uit deze periode is het bekroonde, maar niet uitgevoerde wedstrijdontwerp uit 1923, voor de latere synagoge Romi Goldmuntz in de Oostenstraat. De architect vluchtte na de Duitse inval in 1940 met zijn gezin naar de Verenigde Staten, en overleed te Antwerpen in 1948, na een kortstondige hervatting van zijn loopbaan in 1946-1947.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit rode baksteen in een expressief metselverband, met gebruik van witte natuursteen voor de deuromlijsting en delen van de bow-window, op een plint uit blauwe hardsteen. Axiaal van opzet, bestaat de compositie uit een gedrukte, sokkelvormende pui met bossage, en een rijzige bovenbouw in kolossale orde. In de pui bezet het portaal de rechter travee, gevat in een entablement op consoles. De bovenbouw wordt gemarkeerd door de over de twee verdiepingen oplopende bow-window met drielichten, geflankeerd door gecanneleerde pilasters met bewerkte kraagsteen en een eigentijdse interpretatie van het Korinthisch kapiteel. Cartouches sieren de borstwering van de tweede verdieping. Een gebogen kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Bewaarde smeedijzeren inkomdeur, volgens het merkplaatje vervaardigd door het atelier J. Gowie uit Berchem; vernieuwd schrijnwerk.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de enfilade van salon, eetkamer en veranda met driezijdige sluiting en overdekt terras de begane grond, met de keuken annex office, pomphuis en wc in de achterbouw. De eerste verdieping wordt ingenomen door de studeerkamer en een slaapkamer met terras, met in de achterbouw de naaikamer en badkamer. De tweede verdieping omvat een slaapkamer en een gastenkamer, gescheiden door een tweede badkamer met bovenlicht, met in de achterbouw de meidenkamer.