Ensemble van drie burgerhuizen in neoclassicistische stijl, voor eigen rekening opgetrokken door Eduard Bernaerts. Aan deze aannemer kunnen in Antwerpen op basis van bouwdossiers activiteiten toegeschreven worden tussen begin jaren 1880 en begin jaren 1900. Op 20 jaar tijd zette hij met name in deze wijk zowat 25 van dergelijke vastgoedprojecten op, goed voor een honderdtal woningen.
Nummers 8-10 vormen een geheel van twee identieke, volgens spiegelbeeldschema gekoppelde woningen, daar waar nummer 12 een individuele behandeling kreeg. Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met geblokte begane grond, rusten op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met ijzeren borstwering, in nummers 8-10 op consoles. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van getoogde en overwegend rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting, al of niet met oren, onderdorpel, of sluitsteen. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst, gekornist op consoles in nummers 8-10, vormt de gevelbeëindiging; door het verhogen van de vensters is de fries in nummer 8 verdwenen. Bewaarde houten inkomdeuren in nummers 10 en 12, vensters in nummers 8 en 12, verder vernieuwd schrijnwerk; gietijzeren voetschrapers, smeedijzeren keldertralies en parapetten
De plattegrond van de drie panden beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1893#828.