Teksten van Kunstenaarswoning Arthur Van Poeck en burgerhuis

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/303965

Woning Arthur Van Poeck en burgerhuis ()

Geheel gevormd door een kunstenaarswoning en een burgerhuis in gematigde art-nouveaustijl, volgens de bouwaanvraag uit 1906 opgetrokken door Egied Stevens-Roels. Van deze aannemer zijn in Antwerpen bouwprojecten teruggevonden uit de periode 1905-1920, vanaf 1917 onder de naam Stevens-Dobbeleers. Opdrachtgever was de kunstschilder en restaurateur Arthur Van Poeck (Sint-Niklaas 1877-Antwerpen, 1955), gehuwd met Maria Van Hoebergen. Auteur van de kruisweg in de Sint-Lambertuskerk uit 1915-1921, voerde hij omstreeks 1926 de restauratie uit van de schilderingen in de Bourgondische kapel, en in 1932-1933 de restauratie van de 16de-eeuwse replica van het Laatste Avondmaal door Leonardo da Vinci in de abdij van Tongerlo.

Met een gevelbreedte van drie en twee traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen, respectievelijk onder een pseudo-mansarde met dakkapellen (leien) en een zadeldak. De pseudo-mansarde komt niet voor op de bouwplannen, maar lijkt eigentijds aan de bouw. De lijstgevels hebben een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, en witte natuursteen voor speklagen, waterlijsten, lateien, lekdrempels en sluitstenen. Geleed door kordonvormende lekdrempels, beantwoorden beide opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van deur- en vensteropeningen met sluitsteen, overwegend rechthoekig in nummer 45, en getoogd in nummer 47. De kunstenaarswoning (nummer 45) onderscheidt zich door rondboogvensters met waterlijsten op doorgetrokken imposten op de eerste verdieping, en blinde boogvelden van hetzelfde type met een baksteenmozaïek in keperverband op de tweede verdieping; een kleurrijk accent vormen de fraaie mozaïekpanelen met bloemenmotieven ontleend aan de Weense art nouveau, die de borstweringen van de eerste verdieping sieren. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op consoles vormt de gevelbeëindiging van nummer 45, een houten kroonlijst op klossen deze van nummer 47. Het houten schrijnwerk van inkomdeur en vensters is integraal bewaard in nummer 45, en beperkt tot de inkomdeur in nummer 47; gietijzeren voetschrapers.

De plattegrond van beide panden beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. De tweede verdieping en de pseudo-mansarde van nummer 45 herbergen het kunstenaarsatelier van Arthur Van Poeck, verlicht door een dubbel hoog op het noorden georiënteerd atelierraam aan de tuinzijde

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1906#1736.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Kunstenaarswoning Arthur Van Poeck en burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194784 (geraadpleegd op ).


Twee burgerhuizen ()

Nummers 43 en 45. Enkelhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen te dateren kort na de Eerste Wereldoorlog (zie bominslag). Kleurige bakstenen lijstgevels met doorlopende banden en rechthoekige of rondboogvormige (tweede verdieping nummer 45) muuropeningen. Nummer 43 met centrale erker.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Kunstenaarswoning Arthur Van Poeck en burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193651 (geraadpleegd op ).