Burgerhuis in eclectische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1905 het linker pand van een geheel van twee identieke, volgens spiegelbeeldschema gekoppelde woningen. Daarvan werd het rechter pand in 1935 ingrijpend verbouwd tot meergezinswoning. Bouwheren waren de weduwe De Ridder uit Turnhout voor het bewaarde nummer 59, en de uit het Groothertogdom Luxemburg afkomstige ingenieur Franz Zanen voor het verbouwde nummer 61. Vermoedelijk tekende hij zelf voor het ontwerp, de weduwe De Ridder was vermoedelijk zijn schoonmoeder.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor speklagen, lateien, sluitstenen, hoekblokken, het balkon en de architraaf, en blauwe hardsteen voor de plint, puilijst en lekdrempels. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met balustrade en consoles. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van steekboogopeningen op de begane grond, en rechthoekige bovenvensters met onderdorpel. Van het klassieke hoofdgestel met architraaf en houten kroonlijst op klossen en tandlijst, wordt de fries geaccentueerd door kleurrijke tegelpanelen in art-nouveaustijl. Bewaarde houten inkomdeur, smeedijzeren souterraintralies en gietijzeren voetschraper. De dakkapel is een latere toevoeging.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1905#1352.