Dokterswoning in sobere beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van de arts, radioloog en voorloper in de kankerbestrijding Raymond Casman, naar een ontwerp door de architecten Michel en Jan De Braey uit 1922. Tot het bouwproject behoorde een privé-ziekenhuis op het aanpalende perceel, dat in 1997 werd gesloopt voor een nieuwbouwflat. Raymond Casman (Antwerpen, 1887-1955), echtgenoot van Lea Stappers, studeerde geneeskunde aan de Université Libre de Bruxelles, en trad in 1911 in dienst van het Sint-Elisabethgasthuis te Antwerpen. Hij bouwde er na de Eerste Wereldoorlog de dienst radiologie uit, en bekleedde tot 1934 de functie van diensthoofd inwendige ziekten. Het verdwenen ‘Institut de radiologie, radio-thérapie, radium-thérapie en électrothérapie’ naast de dokterswoning in de Lange Lozanastraat, dat in 1923 zijn deuren opende, geldt als de eerste Belgische kliniek voor geïntegreerde kankerbestrijding met gebruik van Radium. Het complex omvatte consultatie- en behandelingskamers, drie ziekenkamers en een operatiekamer. Als commandant van het geheim leger tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd Casman zowel in België als in Duitsland ter dood veroordeeld. Hij doorstond meerdere Duitse concentratiekampen, en een dodenmars, om in april 1945 te worden bevrijd uit Bergen-Belsen.
De dokterswoning en kliniek Casman, die gelijktijdig tot stand kwamen met de neotraditionele dokterswoning Lauwens op het aanpalende perceel, behoren tot het late werk van Michel De Braey. Alvorens in 1925 een punt achter zijn carrière te zetten, was deze laatste nog een vijftal jaar geassocieerd met zijn zoon Jan. Het ontwerp sluit in sterk vereenvoudigde vorm aan bij de residentiële architectuur in neorégencestijl, die de architect vóór de Eerste Wereldoorlog realiseerde, met zijn eerste en tweede eigen woning als typevoorbeelden.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een plat dak. De sobere lijstgevel onderscheidt zich door een volledig natuurstenen parement met geprofileerde plint. Geleed door de puilijst, bestaat de bovenbouw uit registers van rondboogvensters met sluitsteen, een smeedijzeren Frans balkon op de eerste, en dn smeedijzeren parapet en metope op de borstwering van de tweede verdieping. Het omlijste rondboogportaal met zijlicht, wordt geflankeerd door rechthoekige vensters. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging, in het gevelontwerp nog bekroond door een attiek met postamenten en smeedwerk. Van het houten schrijnwerk zijn enkel de inkomdeur en benedenvensters bewaard.
De L-vormige plattegrond is georganiseerd rond de zijdelings ingeplante traphal. Volgens de bouwplannen omvat de begane grond de vestibule met vestiaire en de spreekkamer aan straatzijde, de keuken in de middenzone, en de woon- en eetkamer met met erker aan tuinzijde. De eerste verdieping biedt ruimte aan twee kinderkamers, de badkamer en de ouderslaapkamer met balkon, de tweede verdieping aan de gastenkamer, twee meidenkamers en de speelkamer.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1922#13662.