erfgoedobject

Burgerhuis in art-decostijl

bouwkundig element
ID
303981
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/303981

Juridische gevolgen

Beschrijving

Burgerhuis in ingehouden art-decostijl naar een ontwerp door de architect Vincent Cols en Jules De Roeck uit 1928, uitgevoerd door aannemer Pieter Le Cluyse-Janssens uit Berchem. Bouwheer was de bankier graaf Henry Le Grelle (Antwerpen, 1865-Antwerpen, 1934), gehuwd met Anna de Gruben (Antwerpen, 1864-Antwerpen, 1932). Met zijn broers Albéric en Vincent en neef Emile Le Grelle vormde hij het vennootschap van de Banque Joseph-J. Le Grelle, een privébank die in 1792 werd opgericht door hun overgrootvader Joseph-Jean Le Grelle (1764-1822), en in 1962 overgenomen door de Banque d’Anvers. Hun grootvader graaf Gérard Joseph Le Grelle (Antwerpen, 1793-Antwerpen, 1871), was lid van het Nationaal Congres en burgemeester van Antwerpen van 1831 tot 1848. Henry Le Grelle had in 1925 op het aanpalende perceel al een burgerhuis met een gelijkaardig programma laten bouwen door de architect Max Winders, waar hij vervolgens zelf zijn intrek nam. Tot dan resideerde de graaf in één van de twee herenhuizen die hij eerder samen met zijn broer Albéric verderop in de Lange Lozanastraat had laten bouwen, naar een ontwerp door de architect Nestor Gérard uit 1913. Voor wie de laatst gebouwde woning bestemd was is niet bekend, wellicht één van zijn kinderen.

Opgericht in 1912, maakte het architectenbureau Cols en De Roeck in de jaren 1920 vooral naam met tuinwijken en woningen voor een bemiddeld cliënteel, aanvankelijk overwegend in traditionalistische stijl, later ook met invloeden van de art deco. Tot de belangrijkste realisaties uit de late jaren 1920 behoren het Century Hotel aan de De Keyserlei, de automobielfabriek van de Ford Motor Company op de Noorderlaan, en de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Middelares en Heilige Lodewijk in Berchem. Omstreeks 1930 verplaatste het zwaartepunt van hun architectuurproductie zich naar grootschaliger bouwprojecten als bedrijfs-, kantoor- en appartementsgebouwen, in een meer eigentijdse vormentaal met gebruik van nieuwe materialen en technieken. Actief tot 1965, bracht het architectenbureau ook in de naoorlogse periode nog een indrukwekkende oeuvre residentiële en bedrijfsarchitectuur tot stand.

Met een gevelbreedte van twee traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De sobere lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk, met gebruik van witte natuursteen voor de plint, lateien, deur- en vensteromlijstingen. Tweeledig van opzet gemarkeerd door een waterlijst, is de opstand opgebouwd uit het geheel van pui en bel-etage met horizontale geleding, en de verticaal geritmeerde bovenverdiepingen. Een garagepoort en inkomportaal met sluitsteen, beide trapezoïdaal van vorm, doorbreken de pui; de brede raampartij van de bel-etage, oorspronkelijk gevat in een omlijsting met lekdrempel en waterlijst, is later verbreed. De vensters van de bovenste twee verdiepingen zijn gevat in oplopende omlijstingen met lekdrempels en waterlijsten, de borstweringen geaccentueerd door een expressief metselverband met uitstekende koppen. Een houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; dakkapellen met gebogen waterlijst. Van het oorspronkelijke schrijnwerk zijn enkel de houten garagepoort en inkomdeur bewaard.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de centraal ingeplante traphal met bovenlicht. Volgens de bouwplannen is de begane grond voorbehouden aan de inkomhal met vestiaire, de garage en de keuken met ‘monte plats’. Op de bel-etage neemt het salon met inglenook de straatzijde in, en de suite van eetkamer, veranda en terras de tuinzijde. De tweede verdieping omvat twee grote slaapkamers waarvan één met terras en ‘cabinet de toilette’, de derde verdieping een grote, een kleine slaapkamer en de badkamer met terras. Een secundaire trap ontsluit het dakniveau, dat vier mansardekamers herbergt.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1928#29760.
  • Architectuurarchief Vlaanderen, archief Architectenbureau Vincent Cols en Jules De Roeck, dossier woning Henry Le Grelle.
  • KURGAN-VAN HENTENRIJK G., JAUMAIN S. & MONTENS V. (red.) 1996: Dictionnaire des patrons en belgique. Les hommes, les entreprises, les réseaux, Brussel, 422-423.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/303981 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.