Half vrijstaande modernistische burgerwoning, naar een ontwerp uit 1936 van de Gentse ingenieur-architect A. Stasino voor Alfons Van Peel uit Edegem.
In het Antwerpse is van ingenieur Stasino verder geen werk bekend. Het ontwerp dat hij in de Alfons Schneiderlaan realiseert, behoort tot de meest vooruitstrevende architectuur in de Ter Rivierenwijk, een interbellumwijk die getypeerd wordt door een duidelijke keuze voor conventionele, weinig vooruitstrevende architectuur zoals de cottagestijl of een eenvoudige, louter ornamentele vorm van de art deco. Deze modernistische woning sluit qua materiaalgebruik en opzet eerder aan bij de architectuur in de Tentoonstellingswijk die op dat moment in het zuiden van de stad werd ontwikkeld en als één van de meest zuivere modernistische wijken in Vlaanderen te boek staat.
De half vrijstaande woning telt twee bouwlagen en twee traveeën onder platte bedaking. Deze bruine bakstenen woning met kubistische volumes, platte daken, geaccentueerde hoekpartijen, horizontale vensterregisters en heel strakke, ingehouden belijning, doet denken aan het werk van Eduard Van Steenbergen. De voordeur zit aan de zijkant van de woning, in de hoek gevormd door de smalle voor- en de trapsgewijs breder wordende achterbouw. Daar vormen een luifel, hardstenen treden en een getrapt muurtje voor de beslotenheid van een portaal. De gevels zijn integraal in bruine baksteen uitgevoerd, inclusief de plint, die afgezoomd wordt door een rechte lijst en op de hoek verbreedt tot bloembak.
In de voorgevel domineren de horizontale betonnen lijsten die de gevel, de vensters en het balkon afboorden. Het twee traveeën brede vensterregister op de begane grond, loopt om de hoek door in de zijgevel, waar het een "cosy corner" verlicht. Op de verdieping versmalt de straatgevel, om in de linker travee plaats te bieden aan een hoekbalkon, oorspronkelijk met buisleuningen afgesloten. Het patrijspoortvenster aan het balkon verleent de straatgevels een speels effect; op de plannen in het bouwdossier zat dit ronde venster in de zijgevel boven de voordeur, om daar te accorderen met het ronde raam in de houten deur. Nu zit op die plek enkel een console van wat wellicht een vlaggenmast was. De zijgevel van de bijna perceelbrede achterbouw is schaars geopend door het verticale traplicht en een klein benedenvenster.
De originele voortuinafsluiting, met buisleuningen die de bakstenen pijlers verbonden, is niet meer aanwezig.
De plattegrond gaat uit van de half vrijstaande positie van de woning: de voordeur zit in de zijgevel en geeft daar uit op een kleine inkomhal met toilet. De inkomhal is verbonden met de grote vierkante traphal, die de centrale spil vormt van de woning. Van hieruit zijn alle kamers te bereiken. Op de begane grond vinden we in de brede venstertravee, grenzend aan de ingesloten zijgevel, de klassieke enfilade van eetplaats aan de straatkant, en woonkamer aan tuinzijde, uitgevend op een groot terras. Een uit de cottagestijl overgenomen element is de cosy corner in de eetkamer, ingericht in de besloten hoek voor de inkomhal, en op het plan gemarkeerd door een grote haard. Achter de traphal ten slotte, is de klassieke plaats voor de keuken. Op de verdieping dezelfde indeling, die ruimte biedt aan drie grote slaapkamers, waarvan de kamer aan de straat met balkon, een bergplaats, en een badkamer die zich boven de inkomhal bevindt.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 13230.