Zogenaamd " 't Kasteeltje" volgens omwoners. Voormalige buitenplaats, thans aangepast tot permanente woonst. Gelegen midden beboomd park, toegankelijk via dreef met grind en afgezoomd met platanen; toegang gemarkeerd door bakstenen hekpijlers.
Neoclassicistisch kasteeltje, daterend uit de jaren 1920, uitgebreid aan achtergevelzijde met twee lagere haakse vleugels in aansluitende bouwtrant uit de jaren 1950. Nagenoeg rechthoekig gebouw met verhoogde begane grond en twee bouwlagen onder schilddak (leien), voorzien van houten dakkapellen onder gebogen kroonlijst met gestrekte uiteinden. Gele baksteenbouw. Natuurstenen plint met getraliede rechthoekige kelderopeningen. Gebruik van arduin onder meer voor boven-, onderdorpels en voor bordes. Dubbelhuisopstand met midden- en deurrisaliet van drie smalle traveeën, uitlopend tot boven de kroonlijst en bekroond met driehoekig fronton, waarin halve oculus met guirlandes.
Hoekpilasters. Geblokte begane grond met rondbogige deurvensters in dito omlijsting. Voorts, rechthoekige muuropeningen opgenomen in vlakke bakstenen omlijsting; centraal deurvenster op de verdieping, met aansluitend balkonnetje, op consoles met diamantkoppen, en beveiligd door middel van gestileerde ijzeren leuning. Verzorgd houtwerk zie onder meer kleine roedeverdeling en deels beglaasde deurvensters met waaiervormige bovenlichten. Soortgelijk uitgewerkte achter- en zijgevels. Tegen zuid- en westgevel, aangebouwde terrassen afgelijnd met balustrade.
Ten zuidoosten, koetshuis met paardenstal links en rechts, in aansluitende bouwtrant. Rechts ervan, conciërgewoning in de trant van de eenvoudige landelijke wederopbouwarchitectuur.