Rijhuis, gebouwd volgens plannen van 1976 naar ontwerp van architect Frans Berghman (Opwijk) in opdracht van Chris Biesemans. De woning onderscheidt zich opvallend in het straatbeeld, omwille van de organische vormgeving en de atypische gevelindeling. Het sculpturale effect dat de voorgevel hierdoor verkrijgt, is mogelijk geïnspireerd op toonaangevende ontwerpen van architect Renaat Braem. Ook in het interieur wordt volgens de bouwplannen het organische en onconventionele karakter verdergezet. Over het oeuvre van architect Frans Berghman is op het moment van de inventarisatie echter maar weinig bekend.

Drielaags rijhuis onder een plat dak, gekenmerkt door een dynamisch vormenspel dat de karakteristieken van de interieurindeling naar buiten vertaalt. De voorgevel is afgewerkt met een witte structuurbepleistering en wordt gekenmerkt door een volumespel van geometrische, gesloten en open gevelvlakken. De smalle rechter travee van de woning wordt gevormd door een gebogen volume ter hoogte van de wenteltrap, geopend met een strakke lichtspleet. De brede linkertravee wordt op de hoog uitgewerkte eerste verdieping gemarkeerd door een strakke uitbouw, die gecombineerd wordt met een sculpturaal, half ellipsvormig element, dat afgerond is aan de linkerzijde en waarin een venster is voorzien, dat links terugspringt. De benedenverdieping, bestaande uit de garagepoort en inkom, en de bovenste verdieping springen daarentegen terug ten opzichte van de rooilijn. De vensters zijn voorzien van houten schrijnwerk.

De beweeglijkheid van het exterieur wordt volgens de bouwplannen gecontinueerd in het interieur, dat gekenmerkt wordt door niveauverschillen en gebogen wanden. Het pand omvat twee wooneenheden, namelijk een woning op de gelijkvloerse en eerste verdieping – en met inbegrip van tussenniveaus –, en een appartement op de bovenste verdieping. Op de begane grond bevindt zich volgens de bouwplannen de garage, langs rechts geflankeerd door de hal die verbonden is met de wenteltrap aan de voorzijde, die volgens het bouwplan uitgevoerd is in beton en enkel bedoeld is ter ontsluiting van het appartement op de bovenste verdieping. In de gebogen nis aan de voet van de trap is een plantenbak voorzien. Achter de hal bevindt zich de ontvangstruimte van de grootste wooneenheid, die verbonden is met een lager niveau met berging, knutselruimte en toilet. Een trap – geflankeerd door een gebogen wand met volgens de plannen een cirkelvormig motief en een geïntegreerde plantenbak – leidt tot een tussenniveau aan de achterzijde met de eetplaats, keuken met berging en aan de achterzijde een cirkelvormige uitbouw, op de plannen aangeduid als loggia, beglaasd naar de achtertuin. Tussen de gebogen aflijning van de eetplaats en de loggia was volgens het plan eveneens een plantenbak voorzien volgens het plan. Vervolgens leidt een trap naar het niveau aan de straatzijde onder hoge plafonds, waar de zithoek is voorzien, gescheiden van een bureau door middel van een centrale open haard. Het nachtgedeelte is gesitueerd in een hoger gelegen niveau aan de achterzijde en bestaat uit een private zithoek, toilet, badkamer en slaapkamer. Het appartement op de bovenste verdieping, bereikbaar via de wenteltrap, bestaat uit een living en keuken volgens open plan, met centraal een bakstenen schouw. Daarachter is links een terras uitgespaard dat door vensters in verbinding staat met de leefruimte en de gang, die leidt tot de badkamer en twee achterliggende slaapkamers.