Samenstel van twee art-decoburgerhuizen, gebouwd volgens een bouwvergunning uit 1929 van ingenieur-architect Clement Van Himbeeck, die ook de drie links aansluitende meergezinswoningen als opbrengsteigendommen realiseerde in de toen in volle ontwikkeling zijnde woonwijk waar de De Neufstraat deel van uitmaakt.
Clement Van Himbeeck, in 1929 een jonge ingenieur uit Berchem, werd later professor aan de universiteit van Leuven. Van zijn vroege oeuvre, voor zijn universitaire carrière in Leuven, was tot nog toe niets bekend. De vijf woningen in de De Neufstraat zijn uitgevoerd in een conventionele, maar verzorgde art deco, waarvan bij dit duo van twee alle geveldetails zijn bewaard.
Symmetrisch opgebouwd ensemble van twee identieke, gespiegelde rijwoningen van twee traveeën en twee bouwlagen op souterrain met garage, onder platte bedaking. Voortuinen met afhellende opritten naar de halfondergrondse garages. Een door bakstenen pijlers en muurtjes afgelijnd pad naar de voortuin, dat enkel bij nummer 51 helemaal is bewaard, inclusief het smeedijzeren hek. Dit hek is het enige bewaarde onderdeel van een smeedijzeren afsluiting die oorspronkelijk beide voortuinen afsloot.
De lijstgevels hebben een rood bakstenen parement met witte natuurstenen accenten voor de hoek- en sluitstukken in de rollagen boven de vensters en in de band die de gevel afsluit. Een rechte, houten kroonlijst sluit de gevels af. De gevels zijn traditioneel opgebouwd, met regelmatige traveeën doorbroken door rond- of korfbogige muuropeningen. De art-decostijl uit zich enkel in de details, met name in de apart vormgegeven rollagen boven de muuropeningen, met grote opvallende sluit- en hoekstukken, en in het verfijnde schrijnwerk van ramen en deuren, dat op nummer 51 in perfecte staat is bewaard.
Hoge bakstenen plint met natuurstenen lijst, waarin in de uiterste traveeën de brede korfbogige garagepoorten zitten, voorzien van houten vierdelige deuren. Rechts daarvan leiden vijf hardstenen treden naar de smalle rondboogdeur, geflankeerd door een klein, hoog geplaatst zijlicht. Boven de garagepoorten, telkens een breed korfboogvenster. Eenvoudige opbouw van de verdiepingen, met twee identieke rondboogvensters.
In de rechtse woning (51) is het authentieke art-decoschrijnwerk van deur en ramen bewaard. Houten voordeur met smal raampje waarin traliewerk in art deco. Zowel in het zij- als het bovenlicht van de deur als in de drie vensteropeningen, is verfijnd glas in lood bewaard, met een geometrisch patroon in de bovenlichten.
Traditionele indeling van de woningen volgens de enkelhuisplattegrond die sinds de 19de eeuw gangbaar is voor de stedelijke rijwoning. In de deurtravee een hal met gang en trappenhuis naar kelder en verdieping. Op de begane grond een enfilade van drie woonkamers, met aansluitend een smalle aanbouw met wc. Op de verdiepingen eenzelfde indeling van drie op elkaar aansluitende, achter elkaar liggende kamers. De plannen in het bouwdossier kennen geen functies toe aan de kamers; vermoedelijk gaat het om eengezinswoningen met eetkamer, salon en keuken beneden en slaapkamers boven. In de kelder wordt aan straatzijde een grote garage voorzien en een aantal afgescheiden kelderruimtes. Aan tuinzijde zit een grote kelderruimte, met een trap verbonden met de tuin, en wellicht bedoeld als wasplaats.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 5020.