Burgerhuis in art deco, gebouwd in opdracht van wisselagent Jan Frans Saerens en zijn echtgenote Elvire Van Hamme, kadastraal geregistreerd in 1935. Bouwheer Saerens was voordien als brouwer actief bij de brouwerij van Van Assche, die er tegenover gelegen was. De woning is een ontwerp van de Merchtemse architect Jean De Roy, zie de signatuur rechts onderaan in de plint: "JEAN DE ROY/ ARCHITEKT". Het kwalitatieve ontwerp en de verzorgde afwerking ervan sluiten aan bij andere realisaties van architect De Roy in Merchtem tijdens het interbellum. Omstreeks 1941 registreerde het kadaster een vergroting van de woning.
De woning is opgevat als een breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen, onder een dakverdieping ingewerkt in een pseudomansardedak (zwarte mechanische pannen, nok evenwijdig aan de straat). Het enkelhuis is voorzien van een rechter deurtravee, die hoger oploopt tot een geometrisch uitgewerkt dakvenster. De flankerende traveeën vormen een lijstgevel onder een vernieuwde kroonlijst.
De gevel valt op door het verzorgde, decoratieve gebruik van de materialen. Smalle, lange rode bakstenen werden geplaatst in een Vlaams verband, verlevendigd met een tegelverband van bakstenen op hun kant in de borstweringen van de bovenvensters en ter hoogte van de erker. Het metselwerk is gecombineerd met similisteen. Deze accentueert de gevelstructuur in de vorm van onder meer de gevarieerde afwerking van de onderbouw, de vensteromlijstingen, tussenstijlen, doorgetrokken lekdrempels, banden en verticale elementen. Ook is een verzorgde uitwerking voorzien met bijvoorbeeld tandlijsten boven de benedenvensters en onderaan de erker, en golvende en geribbelde motieven. Het meest opvallend en kenmerkend voor de art deco zijn de decoratieve panelen met florale en geometrische elementen, die aanwezig zijn in de vensterpenanten van de linkertraveeën en in de borstweringen van de bovenbouw van de erker. De plint is uitgewerkt in hardsteen, en wordt geopend door drie rechthoekige keldervensters, afgesloten door geometrische tralies.
Alle muuropeningen zijn rechthoekig en gevat in omlijstingen van similisteen. Ze bewaren grotendeels het oorspronkelijk houten schrijnwerk en de rolluiken op de benedenverdieping. De vensters in de linkertraveeën zijn voorzien van afgeschuinde bovenhoeken. De deurtravee wordt gemarkeerd door een driezijdige erker op de bovenverdieping, voorzien van een bekronend balkon, waartoe een deurvenster, geflankeerd door twee zijlichten en ingewerkt in het dakvenster, toegang verleent. Het balkon is opgebouwd uit kunststeen onder betonnen dekstenen. De opengewerkte balustrade is ingevuld met decoratieve ijzeren tralies met de voorstelling van golfmotieven en een fruit- of bloemenmand. De erg verzorgde uitwerking van de toegang sluit hierbij aan. Drie gedetailleerde hardstenen treden leiden naar de toegang, die zich bevindt tussen gebogen dagkanten en onder een betonnen luifel. Zowel het bovenlicht boven de luifel als het deurlicht in de rechter dagkant, zijn voorzien van decoratieve ijzeren tralies, eveneens een combinatie van typische, geometrische en florale motieven uit de art deco. De geometrische uitwerking van de ijzeren deurroosters van de bewaarde, metalen vleugeldeur, sluit hierbij aan.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Merchtem, afdeling II (Merchtem), 1935/38, 1941/29.
- ASSELMAN R. 1997: Merchtem ons dorp, deel II. Bloemlezing. Een reeks bijdragen tot de geschiedenis van Merchtem, Merchtem, 49.