Dorpswoning, volgens kadastergegevens gebouwd omstreeks 1903 in opdracht van werkman Karel-Lodewijk Vandenbroeck-Eyckholt. Op dat moment registreerde het kadaster een L-vormig volume aan de straat, dat omstreeks 1921-1922 werd uitgebreid met een parallel bijgebouw erachter.

De woning vormt een gaaf restant van de oorspronkelijke, kleinschalige dorpsbebouwing van Merchtem en meer bepaald van de beperkte bebouwing langs de Stoofstraat in de vroege 20ste eeuw, die tijdens de Eerste Wereldoorlog voor een groot deel werd getroffen door brand.

Woning van anderhalve bouwlaag en drie traveeën, geopend in vier, onder een zadeldak (mechanische pannen, nok evenwijdig aan de straat). De lijstgevel wordt afgelijnd door eenvoudige, geprofileerde lijsten onder de dakgoot. Het bakstenen parement is aan de straatzijde afgewerkt met een wit geschilderde cementering met schijnvoegen op een grijs geschilderde plint. Getoogde muuropeningen openen de gevel op de benedenverdieping, met uitzondering van een rechthoekige poort onder een ijzeren I-balk in de rechtertravee. De benedenvensters bewaren hun houten luiken met luikwervels, en de hardstenen lekdrempels. De bovenverdieping is voorzien van kleine rechthoekige vensters, waarvan het rechter blind is. Alle vensters bewaren hun houten schrijnwerk. Rechts in de middelste travee bevindt zich de toegang, gevat in een vlakke omlijsting. De bewaarde houten deur, voorzien van panelen, deurlichten en een decoratief ijzeren deurrooster, is geplaatst onder een tandlijst en een getoogd bovenlicht. De houten poort in de rechter travee is bovenaan geopend met glas, voorzien van een vierkante ijzeren roedeverdeling.

De noordwestelijke gevel is heden zichtbaar en toont het verankerde, onbeschilderde baksteenparement. De zuidoostelijke zijgevel wordt gevormd door een muurrestant van de woning die voorheen op deze plaats was gebouwd, maar in de jaren 1990 werd gesloopt. Deze gevel is heden afgewerkt met golfplaten.

De woning is aan de achterzijde ten zuidoosten voorzien van een eenlaagse uitbouw onder een plat dak. Parallel met het woonhuis bevindt zich daarachter een bijgebouw van één bouwlaag, parallel aan de straat. Het bijgebouw is opgevat als een verankerde baksteenbouw onder een zadeldak (mechanische pannen).