Meergezinswoning met art-decopuntgevel, gebouwd volgens een bouwdossier van 1936 voor rekening van Hendrik Baelen, die toen in de Unitaslei 5 in Deurne woonde. Hoewel het een verzorgd en vooruitstrevend ontwerp betreft, dat boven de standaardproductie uitsteekt, signeerde de aannemer of architect de plannen in het dossier niet.

De voortuin, aangelegd overeenkomstig de stedenbouwkundige voorschriften voor deze straat, is nu oprit, waarbij de originele afsluiting verdween.

De rijwoning telt twee bouwlagen en twee traveeën onder een mansardedak met leien dakschild, waarin een opvallende, hoge puntgevel als dakvenster is verwerkt. Verzorgd bruin bakstenen parement op lage blauwe hardstenen plint. De conventionele tweedeling van een smalle deurtravee links en een bredere venstertravee rechts wordt compositorisch doorbroken door de brede, hoge puntgevel met rondbogig dakvenster. Verdere moderniteit van ontwerp blijkt uit het opzet van de grotendeels gesloten deurtravee, waarin het parement door horizontale bakstenen stroken wordt geritmeerd en speels doorbroken wordt door een deur met opvallend rond zijlicht en smal bovenlicht en door de twee kleine, hoog geplaatste venstertjes bovenaan de travee. De venstertravee is sober uitgewerkt, met op elke bouwlaag een breed rechthoekig venster, op de verdieping in een overluifelde erker geplaatst. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk, gekenmerkt door gedeelde bovenlichten, is vervangen.

De interieurindeling is een interessante variatie op de klassieke enkelhuisplattegrond, waarin gang en trappenhuis in de smalle deurtravee geflankeerd worden door een enfilade van twee woonkamers in de brede travee. De plannen tonen de opdeling in twee appartementen, waarbij de slaapkamers op de mansarde horen bij de gelijkvloerse woning, en op de eerste verdieping een een-slaapkamer-appartement is ingericht.

Volledig onderkelderde woning; vooraan kolenkelders, achteraan regenputten en op het middenplan een grote open opslagruimte. Op de begane grond links de hal met trappenhuis, waar opvalt dat de bordestrap zich in de hoek van straat- en zijgevel bevindt, vooraan in de woning. Doorgaans bevindt het trappenhuis zich op het middenplan, naast de tweede woonkamer, zo verder lopend tot aan de zolderverdieping. Hier echter verplaatst de architect de trap op de verdiepingen: een smalle steektrap evenwijdig met de straat zit daar meteen achter de voorkamer, zo naar de mansarde leidend.

Ook de enfilade van twee woonkamers op de begane grond verrast: de keuken wordt op het plan aan straatzijde aangeduid, hoewel deze ruimte zich traditioneel achterin de woning bevindt. De gangbare plek voor de keuken wordt in deze woning ingenomen door een bureel, geflankeerd door een overdekt terras met toilet. Op de mansarde bevinden zich de vier slaapkamers van dit appartement.

De eerste verdieping wordt op de bouwplannen als een aparte wooneenheid ingericht. Een grote voorkamer aan straatkant, voorzien van een erker en verbonden met een kleine bergruimte in de deurtravee. Een tweede slaapkamer bevindt zich op het middenplan, gescheiden van de voorkamer door de smalle steektrap naar de mansarde. In de smallere achterbouw zitten keuken en pompplaats, verbonden met een terras boven de gelijkvloerse veranda.