Hoeve met losse bestanddelen, volgens kadastergegevens in kern opklimmend tot 1855 en gebouwd in opdracht van de weduwe van landbouwer Joannes Franciscus Peeters. Omstreeks 1910 werden in opdracht van landbouwer Jan Baptista Van den Eynde – Peeters het woonhuis verhoogd tot het huidige tweelaagse volume en de bijgebouwen uitgebreid.

Boerenburgerhuis aan de straat met huidig uitzicht van omstreeks 1910, opgevat als een dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen op een verhoogde begane grond onder een schilddak (pannen, nok evenwijdig aan de straat). Bakstenen lijstgevel in kruisverband op een gecementeerde plint met decoratieve schijnvoegen. Rechthoekige muuropeningen onder ijzeren I-balken met rozetten en met hardstenen lekdrempels. Beluikte benedenvensters. Vernieuwd schrijnwerk, op uitzondering van de houten, rechthoekige toegangsdeur met verzorgd lijstwerk, onder een rechthoekig bovenlicht. De deur wordt voorafgegaan door hardstenen treden.

Achterliggend gekasseid erf afgesloten door een ijzeren hek aan de rechterzijde van het woonhuis. Ten zuiden, bevinden zich nog stallen met daarachter aansluitend een langsschuur. De stal werd gedeeltelijk tot woning verbouwd; tegen de gevel staat een aalpomp.