Respectievelijk drie winkelhuizen en een herberg, van twee à drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (nokrichting parallel aan de straat, mechanische pannen); nummer 5 naar verluidt naar ontwerp van architect Jules Coomans van 1923.

Typerende opsplitsing in twee registers ten gevolge van de opengewerkte - onder meer aangepaste - winkelpuien in contrast met de bakstenen bovenverdieping, gedomineerd door stijlelementen ontleend aan de gotiek en de lokale renaissancestijl. Trapgevel (nummer 5) en lijstgevels onder meer doorbroken door getrapte dakvensters (nummer 4, 6). "Traditionele" bouwonderdelen als Brugse travee (nummer 6) en korf- en rondbogige vensternissen, met stenen kruiskozijnen (nummer 4, 6) of houten kozijnen (nummer 5, 7); boogvelden met traceerwerk (nummer 4) of schelpvulling (nummer 6), al of niet belijnd door druiplijsten.