Woning van de Deurnese architect Gustaaf D’Heedene, gebouwd volgens een bouwdossier van 1931. Tot dan woonde hij in een woning in de Eikblokstraat die hij als 24-jarige, beginnende architect voor rekening van een familielid uit Boechout kon bouwen. Zijn eerste eigen woning bouwde hij in de Gallifortlei, een drukke verbindingsweg in de in ontwikkeling zijde wijk in Deurne-Noord ten noorden van het Rivierenhof. In die buurt realiseerde hij verschillende bouwopdrachten, onder meer twee woningen in de residentiële Venneborglaan. Voor zijn woning in de Gallifortlei tekende D'Heedene alle details uit, van voor- en achtertuin, tot kleurstelling van het nagelvaste interieur.

Al zijn gekende ontwerpen getuigen van een voorliefde voor een op de Amsterdamse School gebaseerde, ornamentele baksteenarchitectuur. Deze vorm van de art deco gebruikt hij ook in zijn eigen woning: vaste kenmerken zijn de verzorgde, afwisselende metselverbanden, erkers en uitsprongen, en de combinatie met natuurstenen velden die contrasteren met het donkere baksteenparement.

Overeenkomstig de stedenbouwkundige voorschriften van dit deel van de Gallifortlei (noordelijke helft, oneven huisnummers), heeft de woning een voortuin, aan drie zijden afgesloten door een bakstenen muur met ijzeren hekwerk; tegen de treden naar het hoger liggende portaal is met breuksteen gewerkt; de smeedijzeren hekken zijn niet bewaard.

Het burgerhuis telt twee ongelijke traveeën en twee bouwlagen op een souterrain, gevat onder plat dak. De bakstenen lijstgevel heeft een hardstenen plint waarin de rechthoekige poort van de half ondergrondse garage is ingewerkt. De drieledige, houten poort met betraliede ruitjes is authentiek. Daarboven vertrekt een vierzijdige bakstenen erker op natuurstenen sokkel, die de volledige venstertravee inneemt, tot aan de kroonlijst. In de erker zitten grote, tweezijdige vensters met houten schrijnwerk met horizontale roedeverdeling dat ongeveer de oorspronkelijke indeling nabootst. Het originele, kleurrijke glas in lood in art-decostijl is verwijderd.

De smalle deurtravee links wordt gedomineerd door het portaal: de rechthoekige voordeur is in een brede omlijsting van witte natuursteen gevat, met rechts een smal zijlicht en links, in reliëf, de signatuur van de architect "G DHEEDENE BOUWMEESTER GEZWOREN LANDMETER". Zware, ver uitstekende luifel met daarboven vijf smalle bovenlichten in natuurstenen omlijsting. In de boven- en zijlichten is het geometrische glas in lood bewaard. De originele houten deur met betralied ruitje is bewaard.

D’Heedene kiest voor een klassieke enkelhuisplattegrond, een concept dat sinds de 19de eeuw bijna in elke stedelijke rijwoning wordt toegepast. In de smalle deurtravee de gang met trappenhuis, met in het verlengde daarvan de keuken. In de brede venstertravee een enfilade van drie woon- of slaapkamers. De volledig onderkelderde woning heeft een half ondergrondse garage en waskelder, en verder een wijn- en kolenkelder.

Op de verhoogde begane grond geeft de deur uit op een klein portaal met wc en vestiaire. Daarachter bevindt zich de trapzaal, met een bordestrap die naar kelder en verdieping loopt. In het verlengde van de gang zit een smalle kookplaats, direct verbonden met de eetkamer met zithoek in de brede venstertravee, gelegen tussen aangebouwde keuken aan tuinzijde en de spreekkamer van de architect aan straatzijde.

Het interieur werd nauwgezet door de architect-bewoner uitgetekend. De kleuren die in de glas-in-loodramen in de voorgevel zijn gebruikt, werden ook in het interieur geïntegreerd. De binnendeuren en de trap kregen een polychrome beschildering in groen, rood en blauw. Boven het trappenhuis werd een koepel in glas in lood voorzien. Het nagelvaste interieur in de woonkamers (met bibliotheek) en de keuken werd uitgevoerd in tropisch hout (wengé).

Op de verdieping vier slaapkamers, die zowel aan straat- als aan tuinzijde van een terras zijn voorzien. Op het middenplan, bereikbaar via de overloop, een wc en een badkamer.