is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Meergezinswoning in eclectische stijl
Deze vaststelling is geldig sinds
Meergezinswoning in eclectische stijl, opgericht omstreeks 1910 als middelste van een geheel van drie opbrengsteigendommen opgericht in opdracht van de in Wijnegem gevestigde meester-timmerman Josef Frans Nauwelaerts-Blockx. Er is geen oorspronkelijk bouwdossier bewaard waardoor de ontwerper of de uitvoerder niet bekend zijn.
Het centraal binnen het ensemble gelegen nummer 23 is de enige woning waarvan het oorspronkelijke schrijnwerk werd bewaard. De twee flankerende woningen met een geel baksteenparement zijn minder groot en minder verzorgd uitgewerkt dan de centrale woning.
De woning, oorspronkelijk slechts drie bouwlagen hoog, is in 1930 verhoogd en uitgebreid in opdracht van G. Van Leemputten. Van Leemputten was tevens eigenaar van de achtergelegen asbestfabriek L’ Usine de l’ Amiante Et du Caoutchouc, die een belangrijk deel van het bouwblok tussen de Turnhoutsebaan, Lundenstraat, Plankenbergstraat en Leeuwlantstraat innam, en omstreeks 1993 gesloopt werd voor de bouw van sociale woningen. Bij de uitbreiding van 1930 is de meergezinswoning aan de Leeuwlantstraat verhoogd met een extra verdieping en is tegen de achtergelegen fabriek een stapelhuis van twee bouwlagen opgericht. Van het stapelhuis zijn volgens een bouwaanvraag uit 1934 de vensters op de begane grond verbreed.
De woning, met een lijstgevel bekleed met witte baksteen met groene banden, behoort tot de vroegste bebouwing van de omstreeks 1905 geopende Leeuwlantstraat, die gekenmerkt is door het gebruik van gekleurde en geglazuurde bakstenen en tegelfriezen. De woning is twee traveeën breed en vier bouwlagen hoog onder een plat dak. De bovenverdieping werd in 1930 aan de woning toegevoegd, daarbij de verhoudingen en de afwerking van de bestaande gevel volgend. Boven de blauwe hardstenen plint is het verzorgde gevelparement samengesteld uit witte baksteen, geaccentueerd met decoratieve lijsten in geglazuurde groene baksteen die doorlopen in het gele baksteenparement van de woningen ernaast. Een hoog entablement met een bepleisterde fries en een houten kroonlijst op gecanneleerde klossen bekronen de gevel.
De lijstgevel kent de typische asymmetrische compositie van een enkelhuis en kenmerkt zich door een smalle, risaliterende toegangstravee rechts, en een brede venstertravee, die per bouwlaag een andere opbouw kreeg. Op de begane grond, afgewerkt met puilijst, bevinden zich twee smalle rechthoekige vensteropeningen en een poort onder met rozetten versierde stalen ligger. Op de verdiepingen zitten telkens twee rechthoekige vensteropeningen.
Accent op de eerste verdieping, met in de brede linker travee de oorspronkelijke houten erker uit 1910, versierd met verdiepte, centraal van diamantkop voorziene pilasters op de hoeken. Deze is gedragen door zware voluutconsoles met centraal onderaan een druipmotief. De gevelvormgeving van de tweede en derde verdieping dateert uit 1930 toen de gekoppelde rondboogvormige vensteropeningen (tweede verdieping) naar het model van 1910 zijn aangepast tot rechthoekige exemplaren met bekronende panelen in geometrisch dambordpatroon, identiek herhaald op de toegevoegde bouwlaag. In de poorttravee bevinden zich tussen de rechthoekige, in een verdiept vlak gelegen vensteropeningen, decoratieve panelen in geglazuurde tegels met guirlandes op de eerste verdieping. Vergelijkbare tegelfriezen met guirlandes zijn ook bewaard in de gevels van nummers 5, 19 en 29.
Het oorspronkelijke, houten vensterschrijnwerk met kleinroedeverdeling in de bovenlichten is behoudens de vernieuwde dubbel beglaasde raamvleugels gaaf bewaard, deels nog met het oorspronkelijke, gekleurde reliëfglas. Op de begane grond zijn de guillotineramen versierd met consoles in de hoeken.
Het bouwplan uit 1930 toont één appartement per bouwlaag, alle bereikbaar langs een gemeenschappelijke, deels overkoepelde open doorrij naar de tuin. Een centraal ingeplant trappenhuis bedient de kelder en de wooneenheden op het gelijkvloers en de eerste verdieping. De tweede verdieping wordt ontsloten door een bordestrap boven de doorrij. De woonvertrekken zijn telkens gelegen aan straatzijde, terwijl de keukens en de in 1930 toegevoegde sanitaire ruimten met koer of terras gesitueerd zijn in de achterbouw. Tussen de voor- en achterbouw heeft het appartement op de begane grond een bijkomende, door glazen koepel verlichte eetkamer. In 1930 is de tweede verdieping verbouwd tot volwaardig appartement met nieuwe kamer, keuken en sanitaire ruimte in de verhoogde achterbouw, en is op de derde verdieping de zolder onder zadeldak omgevormd tot een verdieping met drie kamers en badkamer.
Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Leeuwlantstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Meergezinswoning in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304050 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.