erfgoedobject

Art-decoburgerhuis

bouwkundig element
ID
304057
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304057

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Art-decoburgerhuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Burgerhuis in art-decostijl, gebouwd voor architect Karel Van Looy naar een eigen ontwerp uit 1935. Het is niet duidelijk of dit zijn eigen woning was dan wel een woning geschikt voor verhuur of verkoop.

Als bouwmeester was Karel Van Looy tijdens de jaren 1930 erg actief in de nieuwe verkavelingen ten noorden van het Rivierenhof, met realisaties in een herkenbare stijl aan onder meer de Turnhoutsebaan, de Venneborglaan, de Ter Rivierenlaan, de Gallifortlei en de Alfons Schneiderlaan. Binnen zijn lokaal gerealiseerde oeuvre van typemodellen met variërende gevelschema’s in een sobere art-decostijl, maar ook in het straatbeeld gedomineerd door een eerder conventionele toepassing van de art deco en de cottagestijl, onderscheidt het ontwerp van deze woning zich in de opvallende gevelvorm en in een meer vooruitstrevende ruimte-indeling.

Kenmerkend voor de wijk heeft de woning een voortuin, omgeven door een later toegevoegde taxushaag met centraal een vervangen houten toegangspoort, en een mogelijk nog oorspronkelijke bestrating van op zijn kant gelegde baksteen. Het oorspronkelijke ontwerp voorzag in eenvoudige metalen regels tussen bakstenen pijlers, en een op de vormgeving van de toegangsdeur geïnspireerd poortje. Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een plat dak. De bakstenen constructie maakt gebruik van gewapend beton voor de vloerplaten van de begane grond en vermoedelijk hout voor de draagstructuur van de verdiepingen. De opvallende halfronde lijstgevel op schouderboogvormige plattegrond kreeg een parement uit geelrood baksteenmetselwerk in kruisverband, boven een plint van ruwe gehakte steen tussen de centrale en hoekpostamenten, beide voorzien van knipvoegen. Blauwe natuursteen is toegepast in de sokkels en treden van de toegang, en in de vensterdorpels boven centraal ingemetste waterspuwers. De deur- en vensterlateien en gevelornamenten zijn daarentegen uitgevoerd in witte natuursteen.

Axiaal van opzet is de gevel volledig symmetrisch, met centraal de toegangstravee geflankeerd door twee venstertraveeën. De nadruk ligt op de centrale travee met verdiepte toegang die afgebakend is door twee gevelhoge, eenvoudige bakstenen postamenten, en op de verdieping gemarkeerd is door een centrale oculus uit witte steen, onderaan met een waterspuwer op getrapte basis, en bovenaan met een forse door loofwerk versierde sluitsteen bekroond met een uitgelengde getrapte console onder de kroonlijst. De venstertraveeën lopen ter hoogte van de scheimuren uit op getrapte uiteinden, met bekroningen in witte steen versierd met florale en krulmotieven. Enkel de latei van de toegang is ornamenteel uitgewerkt met waaiervormig geplaatste, getrapte blokken rond een centrale met guirlande versierde sluitsteen. Het geheel is beëindigd met een wit geschilderde, uitkragende houten kroonlijst die mee de schouderboogvorm van de gevel benadrukt en met een vernieuwde daklijst.

Op de begane grond is het schrijnwerk gaaf bewaard: enkel de tussen een houten post gevatte dubbele guillotineramen hebben een vervangen beglazing; de verzorgde toegangsdeur met smal tussen regels gevat en door bolornamenten afgebakend deurlicht is nog ingevuld met het oorspronkelijke gehamerde melkglas. Op de verdieping zijn minstens de houten posten en de thans wit geschilderde rolluiken bewaard. Aan onderzijde van de deurlatei is de bolvormige verlichting van de toegang nog aanwezig.

Het bouwplan toont een eigentijdse interpretatie van de traditionele enkelhuisplattegrond met natte ruimten in de achterbouw, maar is afwijkend daarvan georganiseerd rond een centrale, zenitaal verlichte trapzaal tegen de linkse scheimuur, die op de begane grond de werk- en privéruimten van elkaar scheidt. Op het voorplan bevindt zich een ruime inkomhal met hoekschouw, rechts geflankeerd door het één travee brede bureel, waar mogelijk Van Looys praktijk gevestigd was. Achteraan zijn langs een smalle gang tegen de rechtse scheimuur de ruime, op de open koer uitgevende eetkamer en de flankerende achterbouw met keuken, toilet en ingebouwde opbergkast bereikbaar. Het burgerhuis heeft slechts een kleine koer. Op de verdieping zijn twee kamers ingericht met op het middenplan een langs de trappenhal bereikbare badkamer, en een op het terras uitgevende achterbouw met tegen de achtergevel opnieuw een toilet en ingebouwde kast. Mogelijk werd (een gedeelte van) de verdieping verhuurd. In het ontwerp hebben zowel de open koer als het terras glazen luifels. Aan weerszijden van de trapzaal liggen op kelderniveau vooraan een opslag- en kolenkelder, en achteraan een bijkomende ruime kelder met centrale waterput. Onder een gedeelte van de achterbouw is een wijnkelder ingericht.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossier 329#12305.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Art-decoburgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304057 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.