Burgerhuis in geometrische art-decostijl naar ontwerp van Fernand Van Mierlo (inscriptie) uit 1931. Opdrachtgever was Georges Ronsse, die toen een woning betrok in de Sanderusstraat 23.

Als architect actief van kort vóór de Eerste Wereldoorlog tot eind jaren 1930, ontwikkelde Van Mierlo omstreeks 1925 een persoonlijke art-decostijl herkenbaar aan de pilastergeleding of frontonbekroningen, en de typische profilering van de natuurstenen onderdelen. Representatieve voorbeelden zijn de eigen woning van de architect in de Kerkstraat uit 1925, en zijn allicht belangrijkste realisatie, de verdwenen bioscoop “Nova” in de Sint-Bernardsesteenweg uit 1929.

De woning sluit aan bij de twee tot drie bouwlagen hoge, aan de rooilijn gebouwde interbellumwoningen in de Van Loenoutstraat, waar het zich in het straatbeeld onderscheidt door een nadrukkelijk gebruik van witte natuursteen en een opvallende gevelbekroning.

Met een gevelbreedte van twee traveeën, telt de woning drie bouwlagen onder plat dak. De lijstgevel heeft een verzorgd parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband gecombineerd met witte natuursteen voor pui, erker en gevelbeëindiging, op een plint in blauwe hardsteen. De klemtoon ligt op de axiaal opgevatte bovenbouw, aanzettend met een trapezoïdale erker en aansluitend op een slaapkamervenster, beide geopend door drielichten. Bekroond door een mijterboogvormig fronton met waaiervormig vlak-reliëf, is dit geheel afgezoomd door getrapte vlakke baksteenpilasters, monumentaal opgevat en uitlopend in natuurstenen postamenten. Op de begane grond zit links de toegang met zijlicht en rechts een tweedelige garagepoort, beide voorzien van beglaasd houten schrijnwerk met beschermend geometrisch siersmeedwerk. Het gevelfront is verder verlevendigd door een horizontale belijning met gecanneleerde en geometrische motieven. Daarnaast is de puilijst expressief benadrukt met een kepermotief, doorlopend in de erkerbasis. Verdere ritmering komt tot stand door een waterlijst die contrasterend uitgevoerd is in blauwe hardsteen en de vensterdorpels van de erker integreert.

Alle vensterschrijnwerk in de bovenbouw is vervangen in aluminium, terwijl op de begane grond het beglaasde deur- en vensterschrijnwerk met fraai siersmeedwerk behouden is.

De plattegrond van de gedeeltelijk onderkelderde woning beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning met dienstvertrekken op de begane grond, daarboven de leefvertrekken en in de topverdieping de slaapkamers. De verschillende niveaus zijn ontsloten vanuit een zijdelings ingeplante traphal. Op de begane grond zit achtereenvolgens een inkomsas, trapzaal en fietsenbergplaats, terwijl aanpalend de garage en achteraan de wasplaats zijn ingericht. Op de bel-etage wordt het grootste deel van het niveau ingenomen door een L-vormig opengewerkte ruimte, die de gevelbrede eetkamer met fraaie geometrische parketvloer en de achterliggende rookkamer integreert. Achter de traphal zit de keuken met aan tuinzijde een toilet en verbindingssas naar een deels overbouwd en voor het overige overluifeld terras, waarop ook de rookkamer uitgeeft. In de topverdieping zit aan straatzijde een grote slaapkamer met en suite badkamer, die ook toegankelijk is vanuit een aan de tuin gelegen kleinere slaapkamer. Het kelderniveau herbergt aan de straat een kolenopslag en verwarmingslokaal en daarachter een bewaarplaats voor voedsel.