Burgerhuis in eclectische stijl, voor eigen rekening gebouwd door François Van Rompaey, naar een ontwerp uit 1911. Het gebouw is representatief voor het vroege oeuvre van de architect, die omstreeks 1905 zijn debuut maakte. Vóór de Eerste Wereldoorlog bouwde hij talrijke burgerhuizen, zowel in neoclassicistische stijl als in eclectische stijl met art-nouveau-inslag, de laatste gekenmerkt door een polychroom baksteenparement. Tot zijn belangrijkste realisaties uit deze periode behoren de neogotische Sint-Jozefskerk en Heilig- Hartkerk in Hoboken en het Gemeentehuis van Hemiksem.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit oranjerood baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door witte baksteen voor ontlastingsbogen en hoekblokken. Witte natuursteen is gebruikt voor waterlijsten, het balkon, een deelzuiltje, lateien, kraag- en sluitstenen, en blauwe hardsteen voor de plint. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, en asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het twee traveeën brede zijrisaliet. Dit laatste wordt op de begane grond gemarkeerd door een rondboogtweelicht met deelzuiltje, en op de eerste verdieping door een breed korfboogvenster en een ingesnoerd balkon met consoles en doorgetrokken balustrade. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, met op de begane grond rondboogopeningen, de inkomdeur met middenkalf, en op de bovenverdiepingen rechthoekige vensters met latei op kraagstenen, ontlastingsboog, sluitsteen en onderdorpel. Opvallend zijn de maskerkopsleutels van de begane grond en het brede korfboogvenster erboven, en de cartouche op de erkerbasis. Een gekorniste houten kroonlijst en tandlijst op modillons vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en benedenvensters is bewaard, evenals de smeedijzeren souterraintralies.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda de begane grond, geflankeerd door de office in de achterbouw; de keuken bevindt zich in het souterrain.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2016: Burgerhuis in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194180 (geraadpleegd op ).
Nummers 138 tot 142 en 160 tot 166. Enkelhuizen van twee tot drie traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansarde- en platte daken; eclectische stijl met art-nouveau-inslag, te dateren circa 1910; nummer 166 naar ontwerp van Jaak Coene volgens inscriptie.
Gekleurde bakstenen lijstgevels op sokkel van arduin; gebruik van natuursteen voor lijsten, balustrades, hoekstenen en dorpels. Markerende banden van afstekende gekleurde baksteen. Balkons met art-nouveaugetinte ijzeren leuningen of neoclassicistisch geïnspireerde balustrades.
Nummer 138 met driezijdige houten erker. Nummer 142 met neo-Lodewijk XVI-stucwerk. Nummers 164 en 166 met art-nouveaugetinte mozaïekpanelen met gestileerd floraal motief; muuropeningen met diverse boogvormen en origineel schrijnwerk, nummer 162 met typische roedeverdeling in de bovenvensters, nummer 166 met ijzeren I-balk boven de gekoppelde benedenvensters.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193712 (geraadpleegd op ).