Burgerhuis in beaux-artsstijl, gebouwd naar een ontwerp door de architect Frits de Mont uit 1912. Opdrachtgever was de in Brussel geboren Armand Joseph Dursin (°1884), destijds ongehuwd en bureelbediende van beroep. Voor de bouw tekende de aannemer Joseph Vanbleu. Het pand behoort tot het vroege oeuvre van de Mont, zoon van de letterkundige Pol de Mont, die actief was tot omstreeks 1950. Naast zijn praktijk als architect was Frits de Mont redactielid en productief auteur voor het Antwerpse architectuurtijdschrift De Bouwgids, de spreekbuis van de Kring voor Bouwkunde. De art-nouveauwoning die hij in 1910 voor zijn vader ontwierp op de hoek van de Jan Van Rijswijcklaan en de Markgravelei, behoort tot zijn allereerste realisaties. Vóór de Eerste Wereldoorlog liet hij zich eveneens opmerken met landhuisjes in cottagestijl.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een plat dak. De sobere lijstgevel heeft een parement uit witte natuursteen, op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en axiaal van opzet, is de opstand opgebouwd uit een sokkelvormende, geblokte pui, en een rijzige, vlak behandelde bovenbouw. Een balkon met Lodewijk XVI-consoles en balustrade legt de klemtoon op de middenas van de eerste verdieping, waarvan de vensters worden geaccentueerd door art-nouveau-getinte waterlijsten. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, met registers van rondbogige deur- en vensteropeningen, op de bovenverdiepingen met lekdrempel en onderdorpel. Een houten kroonlijst met klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht de begane grond, geflankeerd door de keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw. De bovenverdiepingen omvatten telkens twee kamers met 'cabinet de toilette' in het hoofdvolume, en twee kamers in de achterbouw.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2016: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194153 (geraadpleegd op ).
Nummers 156-158. Enkelhuizen van drie traveeën en drie of vier bouwlagen, te dateren circa 1910. Witstenen lijstgevels met centraal balkon, nummer 156 met art-nouveau-getinte vensteromlijstingen, nummer 158 met bas-reliëfs in neo-Lodewijk XVI. Rondboogvormige en rechthoekige muuropeningen.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193717 (geraadpleegd op ).