Teksten van Ensemble van een meergezinswoning en twee burgerhuizen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304083

Ensemble van een meergezinswoning en twee burgerhuizen ()

Historiek en context

Drie burgerhuizen in eclectische stijl met art-nouveau-inslag, kort na elkaar gebouwd door de Naamlooze Maatschappij "Vooruitzicht", naar ontwerpen door de architect Jules Hofman uit 1912. Opdrachtgever van nummer 160 was de Jan Hendrik Hell, van nummer 162 dat als eerste werd aangevat was de heer Wolfs, van nummer 164 de weduwe Vermeesch.

De Nederlandse 'maatschappijbestuurder' Jan Hendrik Hell (Rossum, 1871-Borgerhout, 1945) vestigde zich in 1903 vanuit Rotterdam te Antwerpen, samen met zijn echtgenote Mathilda Wilhelmina Theodora Wilhelmi (°Duisburg, 1868) en hun zoon Gustaaf Wilhelm Hell (°Rotterdam, 1900), om te werken voor de firma Steinacher & Rueff. Hij liet door "Vooruitzicht" in 1913 nog een tweede meergezinswoning en in 1914 een appartementsgebouw optrekken, beide in de Van Schoonbekestraat.

De bouw- en hypotheekmaatschappij "Vooruitzicht" werd opgericht in 1905, en is tot op vandaag als bouwbedrijf en vastgoedpromotor actief in Antwerpen. Veelal in opdracht van particulieren bouwde de maatschappij vóór de Eerste Wereldoorlog talrijke burgerhuizen in de nieuw aangelegde wijken van de stad zoals Zuid, Zurenborg en Jan Van Rijswijcklaan. Vanaf 1909 was Jules Hofman als hoofdarchitect van "Vooruitzicht" verantwoordelijk voor het ontwerp, wat de kwaliteit van de architectuur ten goede kwam. Hij bediende zich daarbij zowel van een sobere interpretatie van de art-nouveaustijl, als van een meer behoudend eclectisch of beaux-arts-idioom. "Vooruitzicht" en Hofman tekenden in de Haantjeslei ook voor de meergezinswoning Monoyeur uit 1914, en leverden met meerdere panden een belangrijke bijdrage tot de verdere bebouwing van de bouwblokken gevormd door Haantjeslei, Lemméstraat, Markgravelei, Robert Molsstraat en Van Schoonbekestraat. Deze huizen behoren tot het latere werk van Hofman, die sinds midden jaren 1880 actief was. Omstreeks de eeuwwisseling leverde de architect een belangrijke bijdrage aan de Antwerpse art nouveau, met opmerkelijke panden als "De Zonnebloem" aan de Cogels-Osylei.

Architectuur

Nummer 160 met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat vier bouwlagen onder een plat dak. Nummers 162 en 164 met een gevelbreedte van drie traveeën, omvatten drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevels hebben een parement uit witte of roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, geaccentueerd door donkerkleurige (bruin, groenblauw, grijs) al of niet geglazuurde baksteen voor speklagen en ontlastingsbogen. Van witte natuursteen is spaarzaam gebruik gemaakt voor puilijsten, balkons, hoekblokken, lateien, sluitstenen en vensterposten, en van blauwe hardsteen voor de plint. Telkens geleed door de puilijst, en afgewerkt met een houten kroonlijst op klossen of consoles en tandlijst, onderscheidt het nummer 160 zich door een asymmetrische gevelcompositie, die de klemtoon legt op het brede, door postamenten bekroonde zijrisaliet. Dit laatste wordt verder gemarkeerd drielichten en balkons met consoles en smeedijzeren borstwering. Nummers 162 en 164 beantwoorden aan een axiaal opzet, waarbij de middentravee van de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een balkon met consoles, postamenten en een smeedijzeren borstwering of balustrade. In nummer 164 zorgen mozaïekpanelen met gestileerde bloemmotieven voor een kleurrijke toets op de borstwering en de fries. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige, getoogde, of rondbogige deur- en vensteropeningen. Het houten schrijnwerk van de inkomdeuren en vensters is integraal bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschrapers.

De plattegronden van de drie panden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Vermoedelijk omvat het nummer 160 vier identieke huurkwartieren, die uit een salon, eetkamer en slaapkamer bestaan in het hoofdvolume, en de keuken annex pomphuis en wc en een tweede slaapkamer in de achterbouw. Volgens de bouwplannen van de nummers 162 en 164 beslaat de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda de begane grond, geflankeerd door de keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1912#1695 (nummer 160), 1912#1381 (nummer 162) en 1912#1698 (nummer 164); vreemdelingendossiers 481#107210 en 1120#490 (Hell).

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2016: Ensemble van een meergezinswoning en twee burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194185 (geraadpleegd op ).


Burgerhuizen ()

Nummers 138 tot 142 en 160 tot 166. Enkelhuizen van twee tot drie traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansarde- en platte daken; eclectische stijl met art-nouveau-inslag, te dateren circa 1910; nummer 166 naar ontwerp van Jaak Coene volgens inscriptie.

Gekleurde bakstenen lijstgevels op sokkel van arduin; gebruik van natuursteen voor lijsten, balustrades, hoekstenen en dorpels. Markerende banden van afstekende gekleurde baksteen. Balkons met art-nouveaugetinte ijzeren leuningen of neoclassicistisch geïnspireerde balustrades.

Nummer 138 met driezijdige houten erker. Nummer 142 met neo-Lodewijk XVI-stucwerk. Nummers 164 en 166 met art-nouveaugetinte mozaïekpanelen met gestileerd floraal motief; muuropeningen met diverse boogvormen en origineel schrijnwerk, nummer 162 met typische roedeverdeling in de bovenvensters, nummer 166 met ijzeren I-balk boven de gekoppelde benedenvensters.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Ensemble van een meergezinswoning en twee burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193713 (geraadpleegd op ).