Burgerhuis in art-nouveaustijl, als eigen woning gebouwd door de architect Jaak Coene, naar een ontwerp uit 1912 (gevelinscriptie). Van Coene zijn in Antwerpen slechts een handvol bouwprojecten teruggevonden, het vroegste uit 1908 en het laatste uit 1951, veelal in opdrachten van verwanten.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde met dakkapellen (leien). De lijstgevel heeft een parement uit roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor de puilijst, hoekblokken, vensterposten, lateien, lekdrempels, kraagstenen en topstukken, op een bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet. Daarvan is de bovenbouw gevat tussen kolossale pilasters, en afgewerkt met een kwartholle houten kroonlijst op uitgelengde posten, met een rozet op de kraagstenen. Het drielicht van de begane grond wordt overspannen door een ijzeren I-balk met rozetten op kraagstenen, en een Frans balkon met smeedijzeren borstwering markeert de eerste verdieping. De inkomtravee, boven de kroonlijst doorgetrokken tot in de bedaking, heeft postamenten met een bewerkt topstuk als bekroning. Verder onderscheidt de opstand zich door de typische variatie aan boogvormen voor de deur- en vensteropeningen, in regelmatige ordonnantie. Kleurrijke mozaïekpanelen met bloemmotieven accentueren het bekronende boogveld van het risaliet, en de borstwering van de inkomtravee. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en benedenvensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralie en de gietijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda de begane grond, geflankeerd door de keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2016: Architectenwoning Jaak Coene [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194144 (geraadpleegd op ).
Nummers 138 tot 142 en 160 tot 166. Enkelhuizen van twee tot drie traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansarde- en platte daken; eclectische stijl met art-nouveau-inslag, te dateren circa 1910; nummer 166 naar ontwerp van Jaak Coene volgens inscriptie.
Gekleurde bakstenen lijstgevels op sokkel van arduin; gebruik van natuursteen voor lijsten, balustrades, hoekstenen en dorpels. Markerende banden van afstekende gekleurde baksteen. Balkons met art-nouveau-getinte ijzeren leuningen of neoclassicistisch geïnspireerde balustrades.
Nummer 138 met driezijdige houten erker. Nummer 142 met neo-Lodewijk XVI-stucwerk. Nummers 164 en 166 met art-nouveau-getinte mozaïekpanelen met gestileerd floraal motief; muuropeningen met diverse boogvormen en origineel schrijnwerk, nummer 162 met typische roedeverdeling in de bovenvensters, nummer 166 met ijzeren I-balk boven de gekoppelde benedenvensters.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Architectenwoning Jaak Coene [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193714 (geraadpleegd op ).