Burgerhuis in cottagestijl, gebouwd in opdracht van J. De Boeck, een Antwerpenaar die in de Nikelstraat 33 woonde, naar een ontwerp van architect Guillaume Peeters uit 1926. De woning behoort tot de tweede grote bouwcampagne in de straat, van circa 1923 tot circa 1930 en past qua omvang perfect in het vrij homogene straatbeeld van bescheiden rijwoningen.
De woning De Boeck, en de uit 1925 daterende, gelijkaardige, maar soberder uitgewerkte cottagewoning De Metz, Plankenbergstraat 144, behoren tot de latere ontwerpen van Guillaume Peeters. Peeters was vanaf omstreeks 1905 als architect in Antwerpen actief en bouwde een oeuvre op van villa’s en conventionele burgerhuizen en meergezinswoningen in vooral eclectische stijl, art-decostijl, en cottagestijl. Behalve de woningen in de Plankenbergstraat zijn van Peeters cottagewoningen bekend in onder meer de wijk Pulhof te Berchem, waaronder Koninklijkelaan 113 en 115 en Lodewijk Gerritslaan 35, 41 en 43. Ook de prestigieuze cottagevilla Schenck in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt" is een ontwerp van Peeters.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën telt de woning De Boeck een souterrain en twee bouwlagen onder een leien mansardedak. De lijstgevel heeft een rood baksteenparement met dubbel gedagstreepte voegen op een plint in blauwe hardsteen en met gebruik van witte natuursteen voor onder meer vensterdorpels, negblokken, aanzetstenen en lateien. In het ontwerp berust de cottagestijl vooral in de toepassing van houten pseudovakwerk voor de fries en in de mijtervormige topgevel die de met pilasters afgelijnde venstertravee bekroont. Het oorspronkelijke vakwerk met gebiljoende stijlen en regels werd vernieuwd, net zoals de dakbekleding in natuurleien, de houten mansarderamen, en de door modillonparen geschoorde kroonlijst. Van de rechte en ellipsbogige gevelopeningen is het vensterschrijnwerk met kleine roedeverdeling bewaard. De dubbele inkomdeur is een benaderende kopie van de originele deur.
Peeters gaf de burgerwoning een typische, traditionele enkelhuisindeling, met in de smalle deurtravee een inkomhal met trappenhuis, en aansluitend een keuken, washuis en toilet. In de brede venstertravee vertoont de plattegrond een zeer herkenbare enfilade van salon, eetkamer en een met glazen luifel overdekt terras; de drie ruimten zijn onderling verbonden door brede deuropeningen. De verdieping omvat een badkamer en drie kamers waarvan één met wasplaats en toilet. Drie mansardekamers nemen de dakverdieping in.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329#1809 (154) en 329#1270 (144).