Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1888 opgetrokken door Joannes Franciscus Reusens. De aannemer lijkt in Antwerpen actief te zijn geweest van de vroege jaren 1870 tot omstreeks 1905, met bouw- en vastgoedprojecten in opdracht van derden, of zoals hier voor eigen rekening. Eerder in 1888 en in 1889 realiseerde hij verderop in de Isabella Brantstraat nog drie aanpalende gehelen van telkens drie gekoppelde burgerhuizen, eveneens voor eigen rekening.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten beide rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met geblokte begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Gekoppeld volgens repeterend schema, en nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles en doorgetrokken balustrade. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en consoles, vormt de gevelbeëindiging. De houten inkomdeuren van beide panden zijn bewaard, op nummer 37 met vroeg-20ste-eeuws glas-in-lood-bovenlicht in art nouveau; smeedijzeren souterraintralies en gietijzeren voetschrapers. De souterrainvensters van nummer 35 zijn opengebroken tot garagepoort.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1888#1367.