Voornaam burgerhuis in beaux-artsstijl, gebouwd naar een ontwerp door de architect Clément Bergenthal uit 1913. Bouwheer was de koopman en scheepsmakelaar Ed(o)uard Heinrich Jacob de Bary (Frankfurt am Main, 1878-Mainz, 1961), afstammeling van een Duits koopmans- en artsengeslacht, die in 1898 vanuit zijn geboortestad emigreerde naar Antwerpen. Hij trad er in 1905 in het huwelijk met Elisabeth Joanna ("Lizzi") Mund (Antwerpen, 1882-Raunheim, 1956). Het echtpaar had twee zonen en een dochter, geboren tussen 1906 en 1916. De Bary was een achterneef van de bankier en ondernemer Heinrich Albert von Bary (Barmen, 1847-Amsterdam, 1929), beter bekend als 'de Duitse burgemeester van Antwerpen'. Hij was als procuratiehouder in dienst aan diens maatschappij Nord Deutscher Lloyd.
Clement Bergenthal lijkt slechts gedurende korte tijd, vermoedelijk van 1907 tot 1914, als architect in Antwerpen actief te zijn geweest. Zelf een immigrant, situeerde zijn cliënteel zich haast uitsluitend onder leden van de Duitse kolonie, zoals Albert von Bary en Richard Böcking. In hetzelfde jaar ontwierp hij nog een tweede burgerhuis in aanverwante stijl, het hotel Heimlich aan de Jan Van Rijswijcklaan.
Met een gevelbreedte van vier/drie ongelijke traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en twee bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel onderscheidt zich door een sober parement uit witte natuursteen, met een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het zijrisaliet. Dit laatste wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een driezijdige houten erker, op een gebuikte natuurstenen basis met medaillon. Verder beantwoordt het ordonnantieschema aan een regelmatig opzet, opgebouwd uit registers van korfbogige deur- en vensteropeningen op de begane grond, en getoogde vensters in geriemde omlijsting met oren en chutes op de bovenverdieping, beide met onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging; rondbogige, houten dakkapellen met sluitsteen en gebogen waterlijst. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard, evenals de smeedijzeren souterraintralies en de gietijzeren voetschraper.
Het hotel Edouard de Bary beantwoordt aan de klassieke typologie van de rijke burgerwoning, met een scheiding van ontvangstruimten, privé-vertrekken en dienstlokalen. Volgens de bouwplannen is de plattegrond georganiseerd rond de centraal ingeplante traphal met bovenlicht, die wordt ontdubbeld door de diensttrap. De vestibule met trappenbordes leidt van de straat naar het ‘schoon verdiep’, waarvan de suite van salon en fumoir met terras de rechter flank beslaat, geflankeerd door de traphal met vestiaire en de eetkamer met office. Het souterrain herbergt de keuken met 'monte plats', de 'état domestique' de naaikamer en voorraadkelders. De eerste verdieping omvat twee kinderkamers met gemeenschappelijke badkamer, een boudoir en meidenkamer, en de ouderslaapkamer annex badkamer. Op de tweede verdieping bevinden zich twee gastenkamers en drie kamers voor het huispersoneel, beide met badkamer, en een zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1913#3110; vreemdelingendossier 481#92044.