Burgerhuis in ingehouden art-decostijl, gebouwd in opdracht van de heer E. Van Roy, naar een ontwerp door Emile Goethals uit 1928. De woning Van Roy en hotel Mertens uit hetzelfde jaar aan de Jan Van Rijswijcklaan, behoren tot de weinige gekende Antwerpse realisaties van de ingenieur-architect uit Leuven. Begin jaren 1930 bracht hij de Heilig Hartkerk tot stand, een neoromaanse centraalbouw met betonnen koepel in de Lange Beeldekensstraat. Hij behaalde in 1908 zijn diploma aan de Leuvense universiteit, waar hij vanaf 1918 doceerde aan de Speciale Scholen voor Ingenieurs. Het grootste deel van zijn oeuvre kwam ook in Leuven tot stand. Voorstander van de structurele aanwending van beton, maar gekant tegen de principes van het modernisme, kenmerkte zijn architectuur uit het interbellum zich door een conservatieve regionalistische of historiserende tendens, met name wat de wederopbouw betrof.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een expressief parement uit rood baksteenmetselwerk met knipvoegen, in een combinatie van het klassieke kruisverband, met rollagen voor de puilijst, borstweringen en fries. Van natuursteen is schaars gebruik gemaakt voor de deuromlijsting, vensterposten, lateien, hoekblokken, gevel- en kraagstenen, en van blauwe hardsteen voor de plint en lekdrempels. Asymmetrisch van opzet, geleed door de puilijst en kolossale pilasters, legt de compositie de klemtoon op de brede door drielichten gemarkeerde zijtravee. Het inkomportaal en het drielicht van de begane grond worden geaccentueerd door een tussendorpel op kraagstenen, de topgeleding onderscheidt zich door de typisch trapezoïdale vorm van de vensteropeningen, en de gevelstenen in de vorm van een afgetopte ruit op de borstwering. Een houten kroonlijst op klossen en bewerkte kraagstenen vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur met bovenlicht is bewaard, dat van de vensters grosso modo naar bestaand model vernieuwd, met reductie van de horizontale roeden; gietijzeren voetschraper.
De L-vormige plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Een enfilade van salon, eetkamer en woonkamer met bovenlicht beslaat de begane grond, geflankeerd door de keuken annex office en wc. Op de eerste en tweede verdieping bevinden zich twee slaapkamers, respectievelijk een badkamer en een zijkamertje.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1928#29264.