is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kunstenaarswoning Frans Van Kuyck
Deze vaststelling is geldig sinds
Historiek en context
Kunstenaarswoning in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van kunstschilder en politicus Frans Van Kuyck, naar een ontwerp door zijn zoon ingenieur-architect Walter Van Kuyck uit 1906. Aannemer Pierre Covents-Van Dyck uit de Haantjeslei stond in voor de bouw. De kunstenaarswoning vormt een ensemble met de aanpalende architectenwoning van Walter Van Kuyck uit 1905. De ingenieur-architect ontwierp samen met de architect Emile Vereecken het aanleg- en verkavelingsplan van de Jan Blockxstraat, en de in 1904 geopende turnzaal van het Deutscher Turnverein, in opdracht van de bankier, ondernemer en maritiem agent Heinrich Albert von Bary. Als aanzet tot de bebouwing, allicht ook om de verkoop van de percelen te stimuleren, tekende Van Kuyck en Vereecken in 1903 het ontwerp van een eerste groep van vijf cottagewoningen in art nouveaustijl op de hoekpercelen van de lange straatarm.
Frans Pieter Lodewijk Van Kuyck (Antwerpen, 1852-Antwerpen, 1915) was kunstschilder, tekenaar en graficus. Hij kreeg een opleiding bij zijn vader en oom de kunstschilders Louis Van Kuyck (1821-1871) en Frans Lamorinière (1828-1911), en aan de Antwerpse Academie, waar hij vanaf 1895 zelf zou doceren, tot zijn overlijden in 1915. Van Kuyck staat bekend als schilder van portretten, landschappen in de Kempen en rond de Schelde en genrestukken in een romantisch realisme, en maakte daarnaast etsen, grafische illustraties en affiche-ontwerpen. De wijk "Oud-Antwerpen" op de Wereldtentoonstelling van 1894, één van zijn meest populaire exploten, werd tot en met de historische kostuums door hem ontworpen. Verder was hij voorzitter van de Cercle artistique, Littéraire en Scientifique d’Anvers. Zijn eerste stappen in de politiek zette Van Kuyck als liberaal provincieraadslid van 1888 tot 1892. Hij zetelde in de Antwerpse gemeenteraad vanaf 1891, en was Schepen voor Cultuur van 1895 tot zijn overlijden in 1915. In die functie nam hij het initiatief tot de aanleg van de Leysstraat, de aankoop en restauratie van het Vleeshuis, de restauratie van de gildehuizen op de Grote Markt, de aankoop van het Schoonselhof en het Nachtegalenpark. In 1885 liet Van Kuyck een eerste woning bouwen in de Lange Leemstraat (huidig nummer 228, verbouwd), waarvan interieuronderdelen zoals een monumentale neo-Vlaamserenaissance-schouwmantel met hermbeelden in de nieuwe woning in de Jan Blockxstraat werden geïntegreerd.
De kunstenaarswoning en de eigen architectenwoning behoren tot het vroege oeuvre van Walter Van Kuyck, die in 1901 debuteerde met het neotraditionele "In Het Huwelijksbootje" aan de Grote Markt. Ten tijde van de bouw werkte de ingenieur-architect in opdracht van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen aan het ontwerp van het Moederhuis in de nabijgelegen Vinkenstraat. Zijn oeuvre bestaat vóór de Eerste Wereldoorlog hoofdzakelijk uit burgerhuizen, stadsvilla's en landhuizen in stijl variërend van cottage en gematigde art nouveau, tot de klassiek geïnspireerde beaux-arts van de eigen woning of het monumentale woon- en handelspand Coetermans uit 1906 op de hoek van Leysstraat en Jezusstraat, zijn belangrijkste realisatie tot dan. Zijn sleutelwerk uit het interbellum is de imposante Koloniale Hogeschool in art-decostijl aan de de Middelheimlaan.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde met dakkapellen (leien). De lijstgevel heeft een verzorgd parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor de pui, speklagen, negblokken, lateien, ontlastingsbogen, kraagstenen en ornamenten, en blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint en lekdrempels. Regelmatig van opzet, is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, gekoppeld tot een drielicht op de begane grond, met getande lateien en getoogde boogveld waarin vandaag gehavende, kleurrijke sgraffitopanelen met bloemenmotief. Deze laatste werden uitgevoerd door het Antwerpse atelier Leopold Müller, gevestigd in de Zurenborgstraat. De gevelcompositie legt de klemtoon op het grote, rechthoekige atelierraam met zijlichten in de topgeleding, dat wordt bekroond door een gebogen pseudofronton op guirlandes en kraagstenen. Oorspronkelijk droeg het boogveld een sgraffitopaneel, en de borstwering een reliëf met guirlandemedaillons, vandaag beide verdwenen. Lauwerkransen met strik ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl, accentueren de penanten van de eerste verdieping. Een klassiek hoofdgestel met gekorniste houten kroonlijst en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen omvat de begane grond een suite van salon- en eetkamer, met de keuken in de achterbouw. De eerste verdieping herbergt twee slaapkamers, de badkamer en een achterkamer. Op de tweede verdieping bevinden zich het atelier dat een suite van twee vertrekken vormt, en een achterkamer. Het dakniveau biedt ruimte aan een 'zolder' met grote daklichten en twee mansardes.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Jan Blockxstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kunstenaarswoning Frans Van Kuyck [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304133 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.