Geheel van drie burgerhuizen in art-nouveaustijl, gebouwd door de aannemer Jan Baptist Constant Van Dooren-Jochems, naar een ontwerp uit 1905. Het rechter pand (nummer 8) werd voor eigen rekening opgetrokken, opdrachtgever van de twee linker panden (nummers 10-12) was Willem Verelst. Van Van Dooren-Jochems, een van de vele kleine aannemers uit de wijk Seefhoek, zijn in Antwerpen bouwprojecten teruggevonden uit de jaren van 1898 tot 1909, maar mogelijk was hij al vanaf begin jaren 1880 actief.
Met een gevelbreedte van elk twee traveeën, omvatten de rijwoningen twee bouwlagen onder een pseudo-mansarde met dakkapel; de twee uiterste panden (nummers 8 en 12) beschikken over een volwaardig souterrain. Het geheel vormt een symmetrisch ensemble, bestaande uit een geaccentueerd middenpand en twee gespiegelde zijpanden, die zich slechts in de detailuitvoering van elkaar onderscheiden. De lijstgevels hebben een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door grijze of witte geglazuurde baksteen. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de bewerkte plint, witte natuursteen voor speklagen, hoekblokken en kraagstenen. Kleurrijke mozaïekfriezen en -panelen verlenen de gevels een decoratief accent, de gevelbeëindiging bestaat uit een houten kroonlijst. Het houten schrijnwerk van de inkomdeuren en vensters met kleine roeden in het bovenlicht is integraal bewaard in nummers 8 en 10, evenals de smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschrapers; vernieuwd schrijnwerk en tot garage verbouwd souterrain in nummer 12.
De gevelcompositie van de uiterste panden (nummers 8 en 12) beantwoorden aan een regelmatig opzet, opgebouwd uit registers van rond- of steekboogopeningen, de deur met gebogen middenkalf, en getypeerd door ingesnoerde hoekblokken onder de kroonlijst. In nummer 8 tekent zich met contrasterende witte baksteen een hoefijzerboog af op de bovenverdieping, waarvan het boogveld wordt geaccentueerd door een mozaïekpaneel met voorstelling van een pauw. Beide panden hebben een mozaïekfries met bloemenslinger op de borstwering.
De gevelcompositie van het middenpand (nummer 10) beantwoordt aan een asymmetrisch opzet, dat de klemtoon legt op het brede zijrisaliet. Dit laatste wordt bekroond door een dakvenster met puntgevel, postamenten op kraagstenen en topstukken. De mozaïekpanelen in de boogvelden van de bovenvensters stellen een bijenkorf voor en de initialen WC van bouwheer Willem Verelst en zijn echtgenote.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1905#474 (nummers 10-12) en 1905#475 (nummer 8).