Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl, voor eigen rekening gebouwd door Henri Smits naar een ontwerp uit 1880. Het vastgoedproject behoort tot vroegste realisaties van de toen 23-jarige architect, die eind jaren 1870 zijn debuut maakte. Verderop in de Justitiestraat bouwde hij in 1881-1882 nog een ensemble van vijf woningen en een geheel van twee gekoppelde woningen voor J. Van Triel. Tijdens een succesvolle loopbaan, vroegtijdig beëindigd door Smits' overlijden in 1914, realiseerde de architect een groot aantal nieuwbouwprojecten in Antwerpen, zowel voor residentiële als bedrijfsarchitectuur. Van meet af aan paste hij in zijn ontwerpen simultaan zowel de conventionele neoclassicistische stijl als een meer pittoresk neotraditioneel idioom toe. De burgerhuizen in de Justitiestraat zijn representatief voor de eerste categorie, zijn eigen woning aan de Wapper uit 1897 voor de tweede.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde met schijnvoegen belijnde lijstgevels, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Gekoppeld volgens spiegelbeeldschema, en nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een driehoekig fronton en een balkon met doorgetrokken ijzeren borstwering, beide op consoles. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting met doorgetrokken imposten, en in de topgeleding onderdorpels. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen en consoles, boven een panelenfries, vormt de gevelbeëindiging. Bewaarde houten inkomdeur, benedenvensters en smeedijzeren souterraintralies op nummer 14; ijzeren parapetten in de topgeleding van beide panden.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1880#702.