Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl, te dateren omstreeks 1870-1875. Het bouwdossier werd niet teruggevonden, bouwheer, ontwerper noch aannemer zijn gekend. Het linker pand (nummer 13) werd in 1882 door de architect Victor Wittemans verhoogd met een als kunstenaarsatelier bedoelde mansarde, in opdracht van toenmalig eigenaar Alfred Elsen (Antwerpen, 1850-Antwerpen, 1914). Deze landschapsschilder was leerling van Edward Dujardin en Polydore Beaufaux aan de Antwerpse Academie, en volgde later privé-lessen bij Frans Lamorinière.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak, gemansardeerd in nummer 13. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Gekoppeld volgens spiegelbeeldschema en geleed door de puilijst, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een entablement en een balkon met balustrade, beide op consoles. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen in geriemde omlijsting, de bovenvensters met onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen, tandlijst en uitgelengde consoles vormt de gevelbeëindiging. Op nummer 13 flankeren zinken oeils-de boeuf de brede, houten dakkapel met driehoekig fronton, die als atelierraam bedoeld was. Het houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters is bewaard, evenals de gietijzeren voetschrapers.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1882#1012 (nummer 13).