Teksten van Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304192

Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen ()

Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1880 gebouwd in opdracht van Adrien Joseph Pecher (Antwerpen, 1829-Antwerpen, 1892). Deze ondernemer had een marmerbewerkers- en steenkappersbedrijf, en handelde in marmeren schouwmantels. De percelen lopen door tot in de Sanderusstraat, waar Pecher in 1881 achter Justitiestraat 31 ook een koetshuis met paardenstal liet optrekken. Uit geen van beide bouwdossiers vallen de ontwerper noch aannemer af te leiden. In 1892 deed Pecher beroep op de architect Jean Baptiste Vereecken, voor de verbouwing van het koetshuis van Justitiestraat 31 tot zijn huidige vorm. Adrien Joseph Pecher was ook de bouwheer van een statig hotel met aanpalend burgerhuis uit 1879 op de hoek van de Justitiestraat en de Mertens en Torfsstraat (gesloopt, huidig Justitiestraat 25), en vermoedelijk ook van het hotel op de tegenoverliggende hoek (gesloopt, huidig Justitiestraat 18), het laatste ontworpen door Vereecken in 1880. In 1925 bouwde Armand Eeckhout, de toenmalige eigenaar van Justitiestraat 33, achteraan op dat perceel een garage in cottagestijl (Sanderusstraat 8), naar een ontwerp door de architect René Cnoops.

Burgerhuizen

Met een gevelbreedte van respectievelijk vier (nummer 31) en drie traveeën (nummer 33), omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Gekoppeld volgens repeterend schema, kreeg het gevelfront een uniforme behandeling. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Geleed door pui- en waterlijsten, legt de compositie per pand de klemtoon de middenas, die twee traveeën beslaat in het bredere linker pand. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door entablementen, sluitstenen en balkons met consoles en een doorgetrokken ijzeren borstwering. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de begane grond met diamantkopsleutel, op de bovenverdiepingen in geriemde omlijsting, de vensters van de topgeleding met onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is integraal bewaard op nummer 31, en beperkt tot de bovenvensters op nummer 33; smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschrapers. De muuropeningen in de pui van nummer 33 zijn verlaagd, met nieuw schrijnwerk.

De plattegrond van beide woningen beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

Koetshuis Justitiestraat 31

Het koetshuis met paardenstal vormt een drie traveeën breed volume, oorspronkelijk twee bouwlagen hoog onder zadeldak. In 1892 werd de constructie voor twee derden gesloopt, waarbij de onderbouw van de gevel als tuinmuur behouden bleef, inclusief één van de twee koetspoorten. De constructie is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en witte natuursteen voor speklagen, hoekblokken en sluitstenen. De begane grond wordt geritmeerd door de behouden, getoogde koetspoort en twee blindnissen. Van de bovenverdieping, oorspronkelijk met een laadluik in de middenas, rest slecht de verlaagde linker travee onder plat dak.

Garage Justitiestraat 33

De garage omvat één bouwlaag onder een mansardedak met de nok loodrecht op de straat. De begane grond is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en witte natuursteen (beschilderd) voor de hoek- en negblokken. Hierop rust een geknikte puntgevel in imitatie-stijl- en regelwerk (houten structuur met witbepleisterde invulling), afgewerkt door de houten kroonlijst. Garagepoort onder een ijzeren latei met rozetten; rechthoekig venster in de geveltop. Het houten schrijnwerk van de poort en het venster met kleine roeden zijn bewaard. Volgens de bouwplannen is de achtergevel volledig in imitatie-stijl- en regelwerk uitgevoerd, en omvat de mansardeverdieping twee kamertjes, vanuit de garage ontsloten door een steektrap.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1880#1402 (Justitiestraat 31-33), 1881#308 (koetshuis Justitiestraat 31), 1892#917 (verbouwing koetshuis Justitiestraat 31), 1879#311 en 1879#496 (Justitiestraat 25), 1880#1064 (Justitiestraat 18) en 1923#14828 (garage Justitiestraat 33).

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194631 (geraadpleegd op ).


Neoclassicistische burgerhuizen ()

Nummers 11 tot 15, 19, 29 tot 41, 51 tot 55, 69, 75 tot 83, 10 tot 14, 22 en 24. Neoclassicistische enkelhuizen van drie bouwlagen onder zadel- of (pseudo-)mansardedaken, uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels, vaak met geblokte begane grond en centraal balkon, doorlopende lekdrempels, kordons en panelen. Meestal rechthoekige muuropeningen. Enkele huizen met recente winkelpuien.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193794 (geraadpleegd op ).