Burgerhuis in Louis-Philippestijl, oorspronkelijk onderdeel van een eenheidsbebouwing van vijf woningen met achterliggende pakhuizen (Entrepotplaats 6-18. Volgens de bouwaanvraag uit 1858, werd dit complex opgetrokken in opdracht van François van de Leemput en diens broer. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Gesloopt omstreeks 2004, is het perceel vandaag onbebouwd. De overige huizen van het ensemble verdwenen al eerder voor nieuwbouw, nummers 16-18 in 1960, nummers 12-14 in 1972; enkel het sterk verbouwde nummer 10 is bewaard.

Het gevelfront van in totaal zeventien traveeën beantwoordde aan een volkomen symmetrisch compositieschema, in spiegelbeeld opgebouwd rond het middenpand, als risaliet geaccentueerd met schijnvoegen op de begane grond en stucsleutels op de bovenverdiepingen. Van de twee door zijrisalieten gemarkeerde hoekpanden, vormde het hier besproken burgerhuis het rechter. De koetspoorten in beide zijrisalieten ontsloten oorspronkelijk de pakhuizen op de binnenplaats.

Rijwoning van drie bouwlagen en vier traveeën onder zadeldak. Oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde lijstgevel met stucomlijstingen en een klassiek hoofdgestel, vandaag gecementeerd. De compositie legt de klemtoon op het hoger opgetrokken zijrisaliet in de laatste travee, met een radvenster in de attiek en een rondboogpoort. Oorspronkelijk rondboogdeur en vensters op de begane grond. Rechthoekige vensters met afgeronde bovenhoeken en sierlijke gietijzeren leuningen op de hoofdverdieping.