Monumentaal hoekpand met reminiscenties aan de beaux-artsstijl, opgericht als bankgebouw in de jaren 1920.

In 1928 werd op het kadaster een 'bank' ingetekend in opdracht van de 'Société Anonyme Banque Centrale de la Dyle, Leuven', dit als regularisatie van de mutatieschetsen van 1926.

Het pand telt vier traveeën + een afgeronde hoek + twee traveeën en twee bouwlagen onder een L-vormig pannen schilddak. De begane grond met een representatieve functie heeft een parement van witte steen op een hardstenen plint en wordt aan de zijde van het Gemeenteplein geopend door verdiepte rondbogige muuropeningen, bestaande uit een rechthoekig drielicht bekroond door een rondbogig bovenlicht; de zijde aan de Marcel Felicéstraat vertoont rechthoekige, eveneens verdiepte muuropeningen. Het accent ligt op de hoektravee die een driedelige inkom omvat. Alle muuropeningen op de begane grond zijn getralied in functie van de beveiliging. De bovenverdieping is veel eenvoudiger en heeft een bakstenen parement met rechthoekige, al dan niet per drie gekoppelde vensters in een omlijsting van witte steen. Het schrijnwerk werd integraal vernieuwd op de benedenverdieping. Een bewaarde houten kroonlijst op klossen lijnt de gevel af.