Geheel van drie gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1877 opgetrokken in opdracht van de weduwe Van de Weyer, door de aannemer Louis Van Hellemont. Van deze laatste zijn in Antwerpen bouwprojecten teruggevonden uit de periode 1873 tot begin jaren 1900.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. Gekoppeld volgens spiegelbeeldschema, onderscheidt het middenpand zich door een iets rijker stucdecor. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles, een balustrade in het middenpand en een ijzeren borstwering in de zijpanden. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting. Het middenpand wordt geaccentueerd door bijkomende oren, een sluitsteen in de middenas en onderdorpels op de tweede verdieping. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst en tandlijst, in het middenpand met een panelenfries en klossen, vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeuren is bewaard in de drie panden, van de vensters in nummer 26 en 30; smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschrapers.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1877#939.