Burgerhuis in neoclassicistische stijl, als eigen woning gebouwd door de aannemer Josephus Joannes Jacobs, naar een ontwerp uit 1869. Op de aanpalende percelen bouwde Jacobs in 1874 voor eigen rekening een geheel van vijf gekoppelde burgerhuizen (nummers 26-34), waarvan er slechts twee min of meer gaaf bewaard zijn (nummers 28 en 32).
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met geblokte begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting. Doorgetrokken balustraden accentueren de hoofdverdieping, lekdrempels op voluutconsoles en onderdorpels de topgeleding. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, bewerkte fries en houten kroonlijst en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Houten inkomdeur met sierlijk smeedwerk en deels vernieuwde vensters; smeedijzeren keldertralies.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen omvat de begane grond een suite van salon en eetkamer, met de keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1869#505 (nummer 24) en 1874#952 (nummers 26-34).