Burgerhuis in second-empirestijl, gebouwd naar een ontwerp door de architect Louis Baeckelmans uit 1867. Opdrachtgever was de ondernemer en politicus Jean Félix François (Jan) Van den Bergh-Elsen (Antwerpen, 1807-Antwerpen, 1885), zoon van de jeneverstoker Jean-Jacques van den Bergh-Aerts. Hij huwde met Henriette Elsen (°1814), dochter van de scheeps- en effectenmakelaar Henri J. Elsen. Hun dochter Henriette Mayer-van den Bergh zou na de dood van haar zoon Fritz het Museum Mayer van den Bergh oprichten. Jan Van den Bergh, reder-scheepsmakelaar (Van den Bergh Fils), bestuurder van de stokerij-brouwerij La Cloche (Van den Bergh & Cie) en consul van Griekenland, werd in 1862 verkozen tot senator voor het arrondissement Antwerpen, eerst van de Liberale en vervolgens van de Meetingpartij. Hij zetelde langdurig als provincieraadslid, gemeenteraadslid, en schepen van Antwerpen, en was in 1871-1872 waarnemend burgemeester.
Het hotel Van den Bergh-Elsen behoort tot de weinige gekende privéopdrachten van Louis Baeckelmans, die vermoedelijk in 1863 zijn debuut maakte en in 1871 op 36-jarige leeftijd overleed. Als zijn belangrijkste ontwerpen gelden de neogotische Sint-Amanduskerk uit 1869-1874 in de Van Kerckhovenstraat, en het eclectische Gerechtshof uit 1871-1874 aan de Britselei, die door oudere broer François Baeckelmans werden voltooid. In 1869 ontwierp hij in het eerste straatgedeelte van de de Lange Leemstraat nog een tweede identieke woning voor Van den Bergh-Elsen (gesloopt). Deze breidde het huis in de Van Schoonbekestraat in 1870 uit met een stal achteraan op het perceel zijde Lange Lozanastraat, een constructie die in opdracht van zijn erfgenamen door de architecten Jules Bilmeyer en Joseph Van Riel werd heropgebouwd als kantoor en stal in 1891, maar vandaag is verdwenen. Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met ruwe bossage op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles en ijzeren borstwering. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen. Geriemde vensteromlijstingen met oren, casementen met rozetten en een fries met rozetten en ingekerfde ranken typisch voor de second-empirestijl, accentueren de eerste verdieping. Vlakke omlijstingen met geprofileerde dagkanten en een gestrekt paneel als bekroning, onderscheiden de tweede verdieping. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, metopen in de fries en een houten kroonlijst op tandlijst en consoles, vormt de gevelbeëindiging. Houten inkomdeur, vensterschrijnwerk, smeedijzeren souterraintralies en gietijzeren voetschraper. De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1867#424, 1870#82 en 1891#66 (Van Schoonbekestraat 72), 1869#169 (Lange Leemstraat).