Burgerhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van de heer Ad. De Brauwere, naar een ontwerp door de architect Aloïs Scheepers uit 1890. De rechter travee, die oorspronkelijk slechts de begane grond en een veranda met glazen dak omvatte aanleunend tegen de achterbouw, werd in 1897 door dezelfde eigenaar op gelijke hoogte met het hoofdvolume opgetrokken.
Aloïs Scheepers, oprichter van het ‘Etablissement Géographique A. Scheepers’, trad in 1863 als tekenaar in dienst van de stad Antwerpen, en bekleedde vanaf 1888 het ambt van hoofdconducteur van de dienst stadswerken onder leiding van stadsingenieur Gustave Royers. De woning De Brauwere, één van de allerlaatste realisaties uit het jaar vóór zijn overlijden, is representatief voor zijn privé-architectuurproductie, die vooral bestaat uit burgerhuizen in neoclassicistische stijl of een neotraditioneel geïnspireerd eclecticisme.
Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een mansardedak (leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met geblokte begane grond en schijnvoegen op de bovenverdieping, rust op een bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Geleed door kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas van het oorspronkelijke hoofdvolume. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een rechthoekige houten erker met leeuwenkopconsoles en een gietijzeren balkonborstwering als bekroning. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de bovenverdieping met gietijzeren borstwering. Een klassiek hoofdgestel met palmetfries, houten kroon- en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Twee houten dakvensters met pilasters en driehoekig fronton doorbreken de kroonlijst, één boven de erker geflankeerd door zinken oeils-de-boeuf, de andere met gietijzeren Frans balkon in de later opgetrokken rechter travee. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, gelijkvloers met ovale roeden in het bovenlicht, evenals de smeedijzeren keldertralies.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195402 (geraadpleegd op ).
Nummers 100-104, 110-116, 122, 132-134, 138. Neoclassicistische enkel- en dubbelhuizen van twee, twee en een halve of drie bouwlagen, uit de tweede helft van de 19de eeuw. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels verhoogd met stucwerk en gemarkeerd door balkon of erker. Rechthoekige en getoogde muuropeningen. Nummer 104: ontpleisterd.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193983 (geraadpleegd op ).