Gietijzeren wegkruis op een betonnen sokkel, gelegen in het talud van een holle weg voor Westerse levensboom (Tsuga occidentalis). Voor het kruis staan tulpen en vrouwenmantel. Het is niet bekend wanneer dit kruis geplaatst werd en of het om een hergebruikt kruis gaat. Op de historische topografische kaarten uit eind 19de, begin 20ste eeuw staat er op deze locatie geen kruis aangeduid.
Opengewerkt zwart geschilderd gietijzeren kruis met in de open ruimtes ingebrachte zilver geschilderde figuren. In de open voet van het kruis is een Mariafiguur aangebracht. Maria staat op wolken en is gekleed in een lange tuniek en mantel. Haar armen zijn gekruist op de borst. In het centrum van het kruis is een figuur van God de Vader ingeschreven in een cirkel. De halve figuur met gestrekte armen is omgeven door wolken en stralenbundels. Op gelijkaardige types is op de achterzijde van het kruis hier een driehoek met het 'Oog Gods' omringd door wolken te zien. In de zijbalken van het kruis twee gevleugelde engelenkopjes en in de bovenbalk drie engelen, allen omgeven door wolken. Verder open drie- en vierpassen in de voet en de balken.
In de inventaris van Egelie over gietijzeren wegkruisen in Nederlands Limburg wordt dit type kruis ondergebracht onder het type III B b 2. Dit zijn de kruisen die zijn opgevat als een kruisvormige omlijsting met het accent op de meegegoten figuren, hier is de centrale figuur niet Christus maar God de Vader. In de inventaris voor Wallonië wordt dit type geklasseerd onder type II B 1 a, van de opengewerkte kruisen met een buste van God de Vader. Dit type gietijzeren kruisen werd ook geplaatst als grafteken.
- EGELIE C.M. G. 1983: Gietijzeren wegkruisen in Limburg. Een inventaris en aanzet tot interpretatie van de thematiek, Maastricht.
- LEMPEREUR F. e. a. 1992: La Fonte en Wallonie, les Croix de nos Aïeux. Héritages de Wallonie, Luik.