erfgoedobject

Ensemble burgerhuizen in neoclassicistische stijl

bouwkundig element
ID
304368
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304368

Juridische gevolgen

Beschrijving

Geheel van oorspronkelijk negentien burgerhuizen in neoclassicistische stijl, op één na voor eigen rekening opgetrokken door de aannemer Eduard Bernaerts, waarvan er slechts zes gaaf bewaard zijn. Als eerste kwam in 1885 een geheel van zes gekoppelde woningen tot stand (nummers 22-32, op twee na verbouwd). In 1886 volgden een geheel van twee gekoppelde woningen (nummers 34-36, gesloopt), een individuele woning in opdracht van de heer Cuvelier (nummer 38, verbouwd), een geheel van twee gekoppelde woningen (nummers 40-42, verbouwd) en een geheel van acht gekoppelde woningen (nummers 44-58, op vier na verbouwd).

Aan Eduard Bernaerts kunnen in Antwerpen op basis van bouwdossiers activiteiten worden toegeschreven tussen begin jaren 1880 en begin jaren 1900. Op 20 jaar tijd zette hij met name in deze wijk zowat vijfentwintig vastgoedprojecten op, goed voor een honderdtal woningen. Aan de onpare zijde van de Verdussenstraat realiseerde hij in 1897 nog een geheel van drie gekoppelde panden en een vierde pand, dat in 1903 door de aanleg van de Jan Blockxstraat in half open bebouwing kwam te staan.

Gekoppeld volgens repeterend schema, beantwoorden de burgerhuizen aan éénzelfde type. De gevelfronten van de verschillende bouwfasen vormen telkens een symmetrisch geheel van twee tot acht panden, met discrete variaties in de detailuitvoering en het stucdecor. Doordat van de negentien woningen er slechts zes gaaf bewaard zijn, valt de oorspronkelijk compositie van de gevelwand nog moeilijk te herkennen. Twee panden (nummers 34-36) werden gesloopt voor nieuwbouw, één pand (nummer 32) kreeg een extra verdieping, en één pand (nummer 44) een volledig nieuwe gevel. Van de overige panden werden de gevels gedecapeerd of opnieuw gecementeerd met verlies van het stucdecor en schrijnwerk.

Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen twee en een halve bouwlaag onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met geblokte begane grond, rusten op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles en ijzeren borstwering. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige of getoogde muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting. Een houten kroonlijst op klossen, tandlijst en consoles vormt de gevelbeëindiging.

Nummers 24-26 maken deel uit van een symmetrisch geheel van zes burgerhuizen, dat uit twee licht geaccentueerde middenpanden (nummer 26) en vier identieke zijpanden (nummer 24) bestaat. De overige woningen zijn opnieuw gecementeerd (nummers 22, 28 en 30) of met een extra verdieping verhoogd (nummer 32). Van het type geaccentueerd middenpand, onderscheidt nummer 26 zich door getoogde deur- en vensteropeningen, met sluitsteen en onderdorpel op de eerste verdieping, en een in de middenas gekorniste kroonlijst. Van het type zijpand onderscheidt nummer 24 zich door rechthoekige deur- en vensteropeningen, met een metopenfries en entablement op de eerste verdieping. Bewaard houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters, smeedijzeren keldertralies en gietijzeren voetschrapers.

Nummers 50-56 maken deel uit van een symmetrisch ensemble van acht burgerhuizen, dat is samengesteld uit twee geaccentueerde middenpanden (nummers 50-52), en twee gehelen van elk drie zijpanden eveneens met een licht geaccentueerd middenpand (nummers 54-56), volgens het schema b-c-b-a-a-b-c-b. Nummers 50-52 beantwoorden aan type a, nummer 54 aan type b en nummer 56 aan type c. De hoger opgetrokken nummers 50-52 onderscheiden zich door balkons op beide bovenverdiepingen, en rechthoekige deur- en vensteropeningen. Nummer 54 onderscheidt zich door getoogde deur- en vensteropeningen, met sluitstenen en onderdorpels op de eerste verdieping. Nummer 56 onderscheidt zich door rechthoekige deur- en vensteropeningen, met op de eerste verdieping een sluitsteen in de middenas. Bewaard houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters, smeedijzeren keldertralies, gietijzeren voetschrapers en parapetten.

De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1885#441 (nummers 22-32), 1886#99 (nummers 34-36), 1886#670 (nummer 38), 1886#671 (nummers 40-42) en 1886#1561 (nummers 44-58).

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble burgerhuizen in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304368 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.